Afbeelding
Bron: Pixabay
Bron: Pixabay
Wil je een familieverhaal schrijven? Dan kom je wellicht dilemma’s tegen. Vorige week las je de eerste vijf dilemma’s en oplossingen. Hier nog vijf dilemma’s en tips.
Er wordt vaak gedacht dat met hoe meer feiten je werkt, hoe minder creativiteit en authenticiteit je als schrijver kunt laten zien. Dat hoeft niet zo te zijn. Je gebruikt de feiten voor het familieverhaal, maar je kunt de feiten op een creatieve manier verwerken. Dit doe je door jouw eigen schrijfstijl, beeldend taalgebruik en opvallende details toe te passen. Zo laat je je familieleden en omgeving tot leven komen. Hoe kom je aan details? Ga in gedachte terug naar een gebeurtenis, zoek of vraag er zoveel mogelijk informatie over, vraag ook wat je tante dacht of wat voor lichamelijke houding ze aannam toen haar broer na twee jaar in het leger weer voor haar stond in de woonkamer. En wat had ze aan? Beeld het je in en schrijf erover. Als je een familieroman schrijft, ben je als auteur vrij om details die je zelf hebt verzonnen toe te voegen.
Wellicht werk je het liefste in je eentje aan een familieverhaal, om bemoeienis van anderen te voorkomen. Toch ontkom je er bijna niet aan om familieleden bij het verhaal te betrekken. Je weet niet alles van iedereen. Wees nieuwsgierig en geïnteresseerd in de thema’s die je hebt uitgekozen. Maak geen verhoor van de interviews, probeer er een interessant gesprek van te maken. Zo krijg je vaak meer weetjes los dan wanneer je mensen dwingt iets te vertellen zodat jij ermee aan de haal gaat. Weet je iets niet zeker en kun je het niet meer aan iemand vragen, omdat diegene is overleden, vraag het aan iemand die de persoon goed kende. Weet die persoon het ook niet? Geef in het verhaal dan aan dat je het niet zeker weet of schrap het.
De kans is groot dat iemand uit je familie vraagt of hij het verhaal mag lezen voordat het gepubliceerd wordt. Zeg niet zomaar ja of nee. Vraag eerst waarom hij het wil lezen en maak dan een duidelijke afspraak over in welke gevallen je iets zal veranderen als iets hem niet zint én in welke gevallen niet. Als de feiten kloppen en de feiten belangrijk zijn om het familieverhaal te vertellen, kun je beter niets veranderen ongeacht of iemand dat wil. Als een feit niet klopt en iemand geeft dat aan, zal je het feit kloppend moeten maken. Het slimste is om alleen afspraken over het aanpassen van onjuiste feiten te maken en dus niet over jouw schrijfstijl, structuur of onderwerpkeuzes.
Bekijk rustig de kwestie waar het over gaat. Als het over feiten gaat, check ze nog een keer na. Zijn het feiten die iemand niet in het verhaal wil hebben, dan wordt het lastiger. Vraag je af of die feiten kunnen worden weggelaten in het verhaal of niet. Ontbreekt er dan belangrijke informatie? Ga nog eens met die persoon in gesprek en leg vriendelijk uit waarom die informatie zo belangrijk is voor het verhaal. Blijft diegene moeilijk doen? Denk dan na over de gevolgen. Wat gebeurt er als je de informatie toch publiceert? In de meeste gevallen loop je geen levensgevaar, maar als je net zoveel moed nodig hebt als Astrid Holleeder, zal je zeker van je zaak moeten zijn. Zijn de gevolgen het waard om te publiceren?
Denk aan het doel waarvoor je schrijft. Wil je dat jouw familieleden elkaar beter leren kennen en de geschiedenis daarachter? Of wil je een belangrijk thema in de familie aankaarten, dat ook van belang is voor de maatschappij waarin je leeft? Zoals het bekende familieverhaal van Astrid Holleeder deed, maar ook zeker die van Eveline Stoel die een belangrijk stukje over Indische Nederlanders vertelde? Bevat jouw familieverhaal een universeel thema? Dan kan het interessant worden om een uitgever te benaderen. Om misverstanden te voorkomen, is het verstandig om hier al over na te denken voordat je je familie vraagt mee te werken aan het verhaal.
Door: Deborah de Meijer
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!