Zo echt is fantasy

Fantasyschrijfster Kim ten Tusscher staat erom bekend dat haar personages niet alleen maar goed of slecht zijn. De nuance hierin vormt dan ook een belangrijk element van haar boeken. Maar waarom schrijft ze fantasy, als juist die personages zo belangrijk zijn? Gaat dat niet om orks en elfen? Goed tegen kwaad? We gingen met Kim in gesprek over fantasywerelden en de betekenis hiervan.


Inspiratie uit de wereld

Kim vertelt dat haar eerste boek Hydrhaga in eerste instantie wel een klassieke strijd tussen goed en kwaad was. Nadat een redacteur haar hierop wees, paste ze dit aan en kreeg ze ook meer interesse voor die nuance. ‘In de echte wereld is tenslotte ook iedereen de held in hun eigen verhaal.’
Inspiratie haalt Kim dan ook uit de echte wereld. Zo baseert ze haar mensen losjes op bestaande volken. ‘Dit helpt om een duidelijk onderscheid tussen de verschillende volkeren te creëren. Ook kom je op deze manier weleens verrassende dingen tegen. Wist je bijvoorbeeld dat ze op de noordpool jassen dragen van zeehondendarmen?’
Zo ontstaan leuke details om in een boek te gebruiken. Maar met deze inspiratie houden de connecties tussen fantasy en onze wereld niet op. 

Venster op de echte wereld

Volgens Kim biedt fantasy een venster op de echte wereld. Een venster waardoor de lezer met een nieuwe blik kan kijken naar situaties die helemaal niet zo nieuw zijn.
Ze geeft het voorbeeld van religies in haar boeken. Als ze religies in de echte wereld zou beschrijven denken mensen ‘ik ken dat al.’ Ze hebben dan eerder vooroordelen. ‘Stel je voor dat je over de islam en het christendom schrijft, dan hebben mensen hier meteen al allerlei ideeën en stempels bij. Dit weerhoudt de lezer ervan om er blanco in te gaan en de personages echt te leren kennen.’ 

Het liefste heeft Kim dat mensen wel gaan nadenken naar aanleiding van haar boeken. Daarin hoeven ze geen oordeel te vellen over ‘goed’ of ‘slecht’. Eerder biedt de fantasywereld een manier om zonder vooroordelen te kijken naar elementen die ook in ons leven aan de orde zijn. ‘Als we in fantasy kunnen begrijpen dat iedereen doet wat zij goed achten, waarom kunnen we hetzelfde dan niet in het echt?’

Problemen uit de echte wereld

In haar boek Bloed, spreekt Kim iets uit dat op het moment dat ze dit schreef ook al aan de orde van de dag was. Rond die tijd verscheen de bekende foto van een dode vluchtelingenpeuter die verdronken aanspoelde op het strand. Dit moest Kim verwerken in haar verhaal. 
Ze deed dit in de vorm van een stad, die haar deuren gesloten hield voor een meisje dat aanklopte en om hulp vroeg. ‘Mensen in die stad wilden hun eten niet delen, uit angst om zelf minder te hebben. Vreemd toch? Vrijwel iedere lezer vond het meisje leuk en begreep niet hoe mensen zo egoïstisch konden zijn.’
Dit doet je nadenken over gelijksoortige problemen in de echte wereld. Als we het in fantasy zo erg vinden, waarom knijpen we in het echt dan weleens een oogje toe als mensen hulp nodig hebben?

Het publiek bereiken

Belangrijke onderwerpen dus. Vindt Kim het dan niet jammer dat je met fantasy zo’n beperkt publiek bereikt? 
‘Jawel,’ antwoordt ze. ‘Soms is het wel frustrerend dat mensen fantasy zo snel afschrijven.’ Ze heeft dan ook weleens de vraag gehad wanneer ze nu iets serieus gaat schrijven, of het commentaar dat fantasy toch voor kinderen is. Als je tussen de andere auteurs in een boekhandel staat, voelt het soms alsof je moet verantwoorden waarom je fantasy schrijft.
Mensen zijn soms dan ook verrast als ze horen over de symbolisatie van vluchtelingen in Bloed. Met reactie als: ‘Ik wist helemaal niet dat zoiets in fantasy voorkwam’.
Jammer dat mensen zo’n beeld van fantasy hebben, maar iedereen heeft zo zijn eigen genre, vindt Kim. ‘Als je het echt doet om de wereld te veranderen, is schrijven misschien niet het beste gereedschap. Je bereikt er nu eenmaal een beperkt publiek mee en er zijn efficiëntere manieren om een boodschap uit te dragen.’ 
Toch heeft Kim bewezen dat fantasyverhalen zeker een manier zijn om mensen te laten denken. Groot publiek of niet, dat is iets om trots op te zijn.