Waarom ik het liefst thrillers redigeer

Niet alleen als lezer maar ook als redacteur heb ik voorkeur voor thrillers. Een vriend vroeg me laatst argwanend waarop die voorkeur gebaseerd is – alsof ik een duistere schaduwzijde voor hem verborgen hield. Hoog tijd om eens op zoek te gaan naar mijn ‘motieven’.

Opluchting

De kracht van een thriller komt volgens mij door de opluchting die je voelt zodra je hem dichtslaat: gelukkig is dit niet míjn leven; ben ik wél veilig; leef ik nog wél! Misschien wel dezelfde opluchting die toeschouwers ten tijde van het Romeinse rijk ervoeren in het Colosseum, waar ze zagen hoe ánderen werden afgeslacht. En misschien is dit ook wel de drijvende kracht achter ramptoerisme: gelukkig overkomt míj dit niet! Van ‘bloeddorst’ is – bij mij althans – geen sprake.

In een van de thrillers die ik redigeerde, kwam de hoofdpersonage met een soortgelijke theorie. Hij ervoer een gevoel van opluchting toen hij zijn vermeende achtervolger doodgeschoten op straat zag liggen; alhoewel het hier natuurlijk ook een gevalletje ‘hij of ik’ was (en zoals het een goede thriller betaamt: het bleek niet de échte schurk te zijn).

Blootliggende zenuwen

In dit laatste voorbeeld koos de schrijver voor een psychoanalyserende beschrijving van zijn personage. Ook dát maakt thrillers interessant: psychologie speelt vaak een belangrijke rol. Doordat personages uit hun dagelijkse sleur worden, uhm, gesleurd, kunnen ze geen beroep meer doen op vanzelfsprekendheden en automatismen. Hoe gaan ze om met tegenslag, angst, woede, spijt, jaloezie… ? Allemaal blootliggende zenuwen waar je je als lezer (afhankelijk van de pen van de schrijver) in kunt herkennen. Want hoe ga jíj om met tegenslag, angst, woede, spijt, jaloezie… ?

WTF!?

Hoe ga je om met… ? Een vraag die in thrillers vaak bovenkomt op momenten waarop iemands wereld op z’n kop komt te staan. Het moment dat de lijkschouwer ontdekt dat het lichaam op zijn snijtafel is toegetakeld door zijn eigen zoon. Het moment dat de hoofdpersonage ontdekt dat het zijn beste vriend was die zijn vrouw heeft ontvoerd. Van die ‘WTF!?-momenten’, waardoor je als lezer eventjes de grond onder je voeten voelt verdwijnen. Terwijl je gewoon op je luie bank zit. Heerlijk.

Kicks en clous

Tijdens het redigeren van een thriller ben ik zélf even een detective. Als bijvoorbeeld de secretaresse van een autodealer beweert dat haar baas haar (al dan niet gewenst) heeft genomen op de motorkap van een Jaguar, terwijl hij alleen in Porsches dealt, kán het natuurlijk een clou zijn. Maar het kan ook een plotfoutje zijn, en dan is het voor mij de kick om het aan te passen; of, als het veel gevolgen heeft voor het verhaal, de uitgever of schrijver hierop te wijzen.

Die kick is trouwens extra groot als het een vertaalde thriller is en de plotfout ook in het origineel blijkt te zitten. Over psychologie gesproken: wat zegt dit over mij?

Ook een thrillerfan? Wat zijn jouw motieven?

Door Rob Steijger

Rob Steijger werkt als freelance redacteur voor uitgeverijen en schrijvers en is gespecialiseerd in fictie (met voorkeur voor thrillers), waargebeurde verhalen (al dan niet verpakt als fictie) en psychologische non-fictie. Op zijn website vind je zijn werkwijze en portfolio. 

Techniek