Waar komt het cliché ‘De butler heeft het gedaan’ vandaan?

Je kent vast wel whodunit mysterieverhalen waarbij de dader van een misdrijf gezocht wordt. Wie heeft de misdaad gepleegd? ‘De Butler heeft het gedaan’ is een bekend cliché in fictieve mysterieverhalen. Bij deze troop heeft een butler zijn werkgever van het leven beroofd als wraak of zodat hij ervandoor kan gaan met het geld. De butler wordt echter nooit verdacht in de verhalen en kan onopgemerkt zijn gang gaan. Deze troopwordt vaak gezien als voorspelbaar en een makkelijke oplossing. Maar wie bedacht ‘de butler heeft het gedaan’ en hoe vaak komt het nou echt voor?

De eerste ‘butler heeft het gedaan’

Velen denken dat Mary Roberts Rinehart de troop heeft bedacht in haar boek The Door (1930). In haar mysterieverhaal wordt een oudere gezinsverpleegkundige vermoord en pas op de laatste pagina wordt duidelijk dat de butler het heeft gedaan. Het is wel opvallend dat het ontstaan van de troop toegeschreven wordt aan Rinehart, aangezien de uitdrukking niet in haar boek voorkomt en zij niet de eerste was die dit plot gebruikte. Sterker nog, toen haar boek uitkwam in 1930, werd de troop al gezien als een zwak en voorspelbaar plot.

Populariteit van de troop

Hoewel de troop nu als een cliché wordt gezien, was het vroeger niet erg populair. Butlers werden wel als verdachte gebruikt, zoals in The Adventure of the Musgrave (1893) van Arthur Conan Doyle en The Murder of Roger Ackroyd (1926) van Agatha Christie, maar bleken vaak niet de dader. The Door was dus een uitzondering in de literaire wereld waarbij de butler de moord heeft gepleegd.

De populariteit van de troop ‘de butler heeft het gedaan’ komt niet van boeken, maar kwam voor het eerst voor in stomme films. Tussen 1915 en 1922 kwamen meerdere films uit waarbij de butler de dader was, of op zijn minst verdacht werd. Dat zou verklaren waarom het publiek bekend was met de plottwist en dus diep zuchtte toen ze het later tegenkwamen in literatuur. De opkomt van de troop is wellicht te herleiden naar de hogere klasse en hun angst voor hun bedienden die mogelijk dure bezittingen van hen stalen. Literatuur in de negentiende eeuw schreven over bedienden die samenwerkten met dieven en de vrouw des huizes die bezorgd was om hun afluisterende bedienden. Dit maakte de troop destijds waarschijnlijk herkenbaar.

Bron: Bookriot