Afbeelding

UKV's van de week: Karakter en Ode aan de mama's

Pexels.com

UKV's van de week: Karakter en Ode aan de mama's

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.


Karakter – Ema Sindelarova

8 mei

Winter 1970. Kleine Ema zet haar knuffelbeer een mutsje op. ‘Je moet nog een sjaal om, want we gaan snieën.’

‘Skieën heet dat, meisje, skieën,’  verbetert haar vader.

‘Maar mijn beertje en ik noemen dat snieën,’ antwoordt Ema zonder te aarzelen. Zo zie je, dat haar charakter zich al op haar vierde begon te tekenen.

‘Schatje, een mooi verhaaltje, maar het is “karakter”.’

Ik bedenk me geen seconde. Strijdvaardig kijk ik mijn man aan:

‘Maar mijn beertje en ik noemen dat charakter.’

Moederdag – Corine Binnekamp

11 mei

De folders schreeuwden feestelijk versierde taarten en kleurrijke boeketten die op de dag zelf bezorgd zouden worden. Op facebook stonden creatieve ideeën die de skypeverbinding nog leuker konden maken. Lievelingsmuziek kon via de radio-app aangevraagd worden.

Ze legde de folders ongelezen bij het oud papier. Facebook klikte ze meteen weg.

‘Gelukkig is maandag alles voorbij. Lange wandelingen maken zit er nu ook niet in,’ appte ze naar haar vriendin. Het vinkje bleef grijs.

Bij de buren zongen kinderen en kleinkinderen voor het raam.

Ze sloot de gordijnen. Op tafel zette ze de fles wijn neer, naast haar glas.

Dinsdag, dag 62 quarantaine – Daan Bos

12 mei

‘Wie zit er op de WC ... gerammel aan de deurhandel, ik moet poepen.’

Even overweeg ik me muisstil te houden maar ik weet dat dat geen zin heeft, we hebben maar één wc. Ik sta op.

‘Waarom zit je híer te werken?’

Snel ga ik met iPad in de nu lege slaapkamer van zoonlief zitten. De deur dicht.

In de keuken kletteren broodblikken op de grond, manlief verontschuldigt zich aan een videogezicht.

Een voet bonkt op het ritme van jankmuziek tegen de muur waar mijn iPad tegenaan staat geleund. Met een klap gaat het apparaat plat.

‘Ophouden iedereen!’

Tijdloos – Aaltje VanWieringen

7 mei

Drie waren we en speelden op de stoep. Met vier gingen we naar de kleuter- en met zes naar de grote school. We stampvoetten bij verschil van mening. Jij zei omspres en ik expres. Jij wist heksen en spoken te wonen. De oorlog nam ons het kindzijn af. Jouw huis zakte in door granaten en het mijne door brand. Daarna woonden we ergens anders, ik vond je terug. Vriendschap van vijfenzeventig jaar werd het. Jij was de ondeugendste.

‘Zou het?’ zei je met dat krulletje in je mondhoek toen je stierf en ik zei dat je mijn liefste vriendin was.

Ode aan de mama’s – Elsbeth Boom-Boumann

10 mei

Voor alle moeders

Groot, stief en schoon

Voor alle neusafvegers en ongelukjesbehoeders

Supergeweldig, doodgewoon

Voor de juffen, verpleegsters en verkeersagenten 

Voor de knuffels en de schop onder hun kont

Voor kleine verrassinkjes en grootse evenementen

En het uitlaten van de hond (alweer)

Voor de ‘ik ga later met je trouwen’ en de ‘ik haat je’

Voor het zwijgen, de ruzies, begrijpen en een praatje

Het uithangbord, bakfiets, wasvrouw en advocaat

Zij die eromheen draait en vertelt waar het op staat

Voor de ploegende, zwoegende

De troostende, proostende

De rokende, kokende,

De klussende, kussende

Gewoon. Omdat je bijzonder bent.