Afbeelding

UKV's van de week: De Meneer en Wat? Wie?

Pexels.com

UKV's van de week: De Meneer en Wat? Wie?

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.


Huidhonger – Robert Beernink

30 april

Hij is bezorgd, zij smacht. Eindelijk. Het lijkt zo lang geleden. De regels maken lust tot last.

Verlekkerd kijkt zij naar zijn vel, strekt haar rechterarm, laat de hand er kort boven zweven, dan langzaam zakken. De wijsvinger maakt contact, de duim, alle vingers. Ze zucht diep, aait liefdevol, buigt voorover, ruikt met gesloten ogen. De streelhand raakt haar neus, ze lacht ondeugend.

Het puntje van haar tong komt tevoorschijn en likt plagerig met korte haaltjes, laat het zachte roze vlees trillen. Ze opent haar mond verder, hagelwitte tanden bijten begerig en fileren de op de huid gebakken zalmmoot.

De Meneer – Elsbeth Boom-Boumann

2 mei

Twee dagen later zag ze hem weer. Hij stond voor de etalage van de Bijenkorf. Strak in pak, goed gepoetste schoenen, zijn grijze dikke haar in een rechte scheiding, met een bruin papieren tas in zijn hand. Ze had nog nooit eerder gezien dat hij rookte. Dat vond ze eigenlijk een beetje jammer. 

Ze bleef naar hem kijken van een veilige afstand. Wat voor aftershave zou hij gebruiken? 

Hij draaide zich om. Zijn hand reikte in het tasje en in slowmotion zag ze zijn arm naar haar uitstrekken terwijl het brood door de lucht vloog.

Voor haar.

Pure liefde.

Wat? Wie? – Daan Bos

2 mei

Met een opspattende plons verdwijnt een handvol vleermuispootjes in de soep. Kleine spetters landen op de zwarte jurk en branden gaatjes in de stof. Geërgerd veegt Klazien ze weg. Wacht! Ze veegt gaatjes weg?

‘Ja dat kan ik,’ mompelt ze, ‘En hou op me af te leiden.’ 

Dan blaast ze een ouderwets, sierlijk flesje stofvrij. Klazien moet er van niezen, laat dan drie slijmerige druppels in de soep vallen. Het brouwsel begint hard te borrelen. Niemand snapt hoe dat kan.

‘Wat ben jij voor verteller, ík weet het; ik ben niet voor niets de heks van Wuhan.’

Contactloos – Andra Bakker

3 mei

Als ik binnen stap, zit ze op de bank. Haar benen zijdelings opgetrokken, haar kin leunt op haar hand. Zo zit ze het liefst. Ik zoek haar ogen, klaar voor de teleurstelling. Uitgebluste, lodderige, donkerbruine ogen kijken me aan. ‘Hoe was het op school?’ Haar tong klinkt dik. De steen in mijn buik voelt zwaarder. ‘Goed,’ zeg ik zacht. Ik wil een knuffel en zet een stap naar voren, maar ze kijkt weer weg. Ik voel tranen prikken. Ze is er niet ... Alweer niet, maar ik weet dat ze mij lief vindt. Toch?

Dronken – Karla Ubels

6 mei

Zonder drank is hij haar teveel

en zij hem te min.

Hij gaat voor whisky,

zij gaat voor gin.

Ze schenken de glazen dagelijks vol.

Ook al is zijn lever ziek

en ziet haar huid grauw,

ze kunnen niet zonder de alcohol,

Want pas met een zatte kop,

als hij niet scherp meer ziet,

en zij minder voelt,

lossen de barrières tussen hen op.