Afbeelding

Zo gebruik je de setting of locatie van jouw verhaal

Foto: Pexels

Schrijfoefening: gebruik de setting

Setting of locatie zijn superbelangrijk voor elk verhaal. Je kunt de setting heel uitgebreid en bloemrijk beschrijven of juist heel kaal en uitgebeend. Maar je zult de setting altijd haarscherp moeten hebben om je verhaal overtuigingskracht te geven.


Opdracht 1

Ga in gedachten naar je favoriete boek. Genre maakt niet uit. Wat is de setting? Waar, wanneer speelt het zich af. Hoe is het weer? Wat draagt de setting bij aan het verhaal? Noteer het zo precies mogelijk.

Opdracht 2

Creëer nu een totaal nieuwe setting met de volgende elementen: locatie, weer, tijd van de dag, stemming. Ga niet voor het eerste dat in je opkomt. Maar overweeg goed de opties. Wat als je het tijdstip verandert? Wat als je het weer verandert?

Opdracht 3

Maak het nu bijzonder. Wat zie, hoor, ruik, voel je? Zoom in op details. Elke setting wint aan zintuigelijke beschrijvingen. Maar overdrijf het niet. Wat kan je weglaten zonder dat er betekenis verloren gaat? Wat heb je nodig om het speciaal te maken?

Opdracht 4

Als je helemaal tevreden bent over je setting, schrijf dan de eerste zin van het verhaal. Laat de setting hierin een belangrijk rol spelen.