Afbeelding

Bron Pixabay

3 tips voor de setting van je verhaal

De setting is onmisbaar voor elk verhaal: de lezer wil graag weten waar hij zich bevindt om zich een voorstelling te kunnen maken van wat er afspeelt. Veel schrijvers stoeien met de rol van de omgeving in het verhaal: wanneer beschrijf je te veel, welke details zijn interessant? We geven je 3 tips voor het verbeteren van de settingbeschrijvingen in je verhaal.

Wat is de setting van je verhaal?

De setting is de plek in het universum waar je verhaal zich afspeelt: waar, wanneer, binnen welk tijdsbestek? Maar setting is veel meer dan een landschapsbeschrijving met zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden, de setting kan heel veel meer vertellen dan hoe de omgeving eruitziet. Hoe is de sfeer? Welke invloeden bewerken je hoofdpersoon? Wat heeft de omgeving te maken met het achtergrondverhaal van je personage?


Tip 1: Gebruik alle zintuigen

Als we een omgeving willen beschrijven, grijpen we meestal direct naar het meest voor de hand liggende: hoe het eruit ziet. Een ronde kamer met in het midden een bureau, een eikenhouten boekenkast vol dikke, oude boeken. Bij de grote ramen hangen rode, fluwelen gordijnen die net een voorzichtig straaltje gouden zonlicht doorlaten.
Je kunt veel zeggen door te beschrijven hoe iets eruit ziet, maar mensen hebben niet voor niets meerdere zintuigen. Hoe ruikt de omgeving? Welke geluiden, hoe op de achtergrond dan ook, zijn er te horen? Is het er benauwd, warm, koud? Zulke details helpen de lezer om een setting niet alleen voor zich te zien, maar het gevoel te krijgen dat hij er daadwerkelijk zelf bij is.

Tip 2: Zoom in op veelzeggende details

In een goede settingbeschrijving gebruik je details om de ruimte tot leven te wekken. Het kiezen van de goede details, is soms een hele zoektocht.
Bijvoorbeeld: De woonkamer lag vol met rotzooi en etensresten. Onder de salontafel lag een stoffig, groen vloerkleed.
Leuk hoor, dat vloerkleed. Maar het blijft zo wel een beetje oppervlakkig. Een betere variant is:
In de woonkamer lag er zoveel rotzooi dat Jantina geen stap kon zetten zonder te struikelen over een lege koffiebeker. Op de salontafel lagen vieze sokken, beschimmelde restjes van een pizza en slordige stapels papieren vol vetvlekken. Het vloerkleed had zijn oorspronkelijke groene kleur bijna verloren door de dikke laag stof.

Tip 3: Laat je personages iets doen met de omgeving

Jan en Anita stonden in de kleine keuken te bekvechten over het familiebezoek. 
Hier zie je dat de keuken niets meer is dan een achtergrond voor wat er gebeurt. In sommige gevallen is dat prima en is het niet nodig om een omgeving meer aandacht te geven, maar in scènes met veel dialoog en weinig actie kan het goed werken om de omgeving een grotere rol te laten spelen. Laat Jan en Anita bekvechten terwijl ze de vaatwasser uitruimen, of terwijl Jan kip aan het snijden is. Trek de lades open en laat lezers zien wat erin ligt: zo laat je ook gelijk weer grappige details over de personages zien.

Hoe belangrijk zijn settingbeschrijvingen?

In sommige genres zijn omgevingen belangrijker dan in andere. Een lezer van een detective of thriller wil bijvoorbeeld alles weten van de plaats delict, om als het ware zelf op onderzoek uit te kunnen gaan. Lezers houden van spoorzoeken. Ook in fantasyverhalen zijn veel settingbeschrijvingen nodig, want je introduceert je lezer in een compleet nieuwe wereld waar hij/zij nog geen beeld van heeft. Maar voor elk genre kan gezegd worden dat de omgeving, wanneer goed benut, heel erg veel kan toevoegen aan de beleving van het verhaal.