Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Veel schrijvers kiezen bijna automatisch voor een ik-verteller. Verhalen met een ik-verteller klinken intiem. De ik-verteller creëert een sfeer van directheid en vertrouwelijkheid. De verteller in het boek praat tegen de lezer, fluistert in zijn of haar oor, hoe dichtbij wil het hebben? Maar de ik-verteller heeft ook zijn beperkingen. Je kijkt alleen maar door de ogen van de ik en daarmee sluit je ook mogelijkheden af. Verteller in de derde persoon kan net zo intiem zijn, maar biedt daarnaast extra mogelijkheden. James Wood waarschuwt in Hoe fictie werkt voor het klakkeloos kiezen voor de ik-verteller omdat ik-vertellers per definitie onbetrouwbaar zijn. Elke ik-verteller heeft een gekleurde of beperkte blik op de dingen.
Ga naar je boekenkast en pak een boek dat je goed vindt en dat geschreven is in de ik-vorm. Ga naar de eerste pagina en herschrijf de openingsscène en gebruik daarbij een verteller in de derde persoon. Waarschijnlijk is het in het begin wat onwennig, maar al snel wordt het vertrouwd.
Ga nu naar een verhaal dat je zelf hebt geschreven in de ik-vorm. Herschrijf het en gebruik een verteller in de derde persoon. Let goed op dat je het perspectief juist houdt bijvoorbeeld als je zijn of haar gedachten weergeeft.
Deel jouw verhaal hieronder!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.