Afbeelding
Foto: Vlada Karpovich via Pexels
Foto: Vlada Karpovich via Pexels
Geweldig, je hebt je manuscript af! Maar voordat je je boek kan publiceren komt er nog heel wat bij kijken, en hier heb je ook verschillende redacties voor. Maar welke redacties zijn er nu en wat doen deze precies?
Een proeflezer is de eerste persoon die je manuscript leest nadat deze af is. Inanna van den Berg is proeflezer bij uitgeverij Ambilicious. “Wij kijken voornamelijk naar wat ons opvalt. Dit kan van alles zijn, van schrijfstijl tot nog niet afgeronde opdrachten. Een proeflezer heeft niet echt een takenpakket. De ene auteur wil weten of zijn verhaal publicabel is, en de ander wil weten of er nog grote fouten in het verhaal zitten.”
Een proeflezer moet wel eerlijk kritiek geven en niet alleen maar het verhaal de lucht in prijzen om je toevallig bevriend bent met de schrijver. Hier heeft de auteur namelijk niets aan. Maar je moet ook niet té negatief zijn. “Positieve feedback is goed voor de schrijver. Dit motiveert ze om door te gaan. Het is natuurlijk makkelijker om de negatieve dingen te zeggen in plaats van de positieve, daarom hebben wij ook in ons protocol staan dat je beide moet aangeven in je feedback.”
Ook moet je natuurlijk nadenken over het verhaal dat je gaat proeflezen. “Het verhaal moet wel bij je passen. Als horror normaal niets voor jou is, dan is het proeflezen van en horrorverhaal ook geen goed idee. Dan wordt het een vervelende ervaring voor jou en de auteur.”
In iedere editie van tijdschrift Schrijven Magazine delen we tips, trucs & adviezen van bekende auteurs en schrijfdocenten. Leerzaam!
Nog geen abonnee? Meld je aan!
Nadat de auteur het manuscript opnieuw heeft aangepast, komt het bij stap twee; redigeren. Dit is een stuk specifieker dan het proeflezen. “De grote fouten zouden er nu al tussenuit gehaald moeten zijn door de uitgeverij of de proeflezer(s),” vertelt Rob Steijger over het redigeren. “Ik let nu juist meer op kleine details of continuïtiteitsfouten. Een personage kan namelijk niet eerst blauwe ogen hebben en later bruine. Ik heb ook wel een keer gelezen dat een personage met zijn vrouw met de auto in het water terecht waren gekomen, maar het leek later alsof dit nooit gebeurd was. Dat klopt niet, dus dat is iets dat de schrijver nog moet aanpassen.”
Dit is echter niet het enige waar Rob op moet letten. “Het is ook belangrijk om te kijken of alles wel in dezelfde tijd is geschreven. Je kunt niet beginnen met tegenwoordige tijd en dan ineens halverwege het boek overgaan op verleden tijd. Dat is iets waar je tijdens het redigeren ook goed op moet letten.”
Alle grote fouten moeten eerst wel uit het verhaal worden gehaald voordat Rob zijn werk kan doen. “Als het verhaal nog grote fouten heeft, dan is het moeilijk voor mij om op de details te letten. Ik probeer dan wel wat opmerkingen toe te voegen, maar ik zeg dan wel tegen de uitgever dat die fouten eerst eruit gehaald moeten worden.”
De corrector is de laatste stap. Deze haalt de laatste (voornamelijk) taalfoutjes eruit. “Je leert op een andere manier lezen als je dit werk doet,” zegt Hans de Groot, die regelmatig corrector is voor boeken. “Je kijkt naar de taalfouten, zinnen die net niet lekker lopen, of de woorden en zinnen wel in de context kloppen en of alles in dezelfde tijd is geschreven. Eigenlijk zou ik elke pagina twee keer moeten lezen, één keer op de foutjes en één keer of alles wel binnen het verhaal past. Helaas is dit niet mogelijk.”
Een corrector kan dingen ook zelf in de tekst veranderen. “typ-, spellings-, en grammaticafouten verander ik meteen in de tekst. Of je ‘ik word’ nu met -d of -dt schrijft, daar valt niet over te discussiëren. Maar ik kan ook suggesties in de kantlijn zetten. Soms vind ik een woord niet helemaal lekker in het verhaal passen, dan zet ik er een suggestie bij om dit te veranderen. Dit hoeft de auteur niet op te volgen, want uiteindelijk is die eindverantwoordelijke. Ook met vertalingen komt dit vaak voor. Dan is een woord wel goed vertaald, maar past het niet lekker in de context. Dat is ook iets waar ik veel op moet letten.”
Een corrector moet dus op veel verschillende dingen tegelijk letten. “Het ‘dubbele’ lezen is iets waar je handigheid in moet krijgen. In het begin is het best wel even lastig om op alles te letten, maar hoe vaker je dit doet, hoe meer ervaring je krijgt. En als ik soms denk ‘was ik deze pagina wel goed aan het opletten?’ dan lees ik het gewoon nog een keer. Ik corrigeer ook eigenlijk alleen boeken die mij zelf leuk lijken om te lezen. Dit helpt mij de aandacht erbij houden, maar dit maakt het ook erg leuk om te doen. Ik mag dus eigenlijk gewoon boeken lezen voor mijn werk.”
Rob Steijger raadt auteurs wel aan om meerdere redacteuren te vragen om naar hun manuscript te kijken. “Ik begrijp heel goed dat al deze redacties erg veel tijd en geld kosten, maar ik kan uit ervaring spreken dat het echt het verschil kan maken.”
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!