‘Hun hebben’: de fout die steeds vaker geaccepteerd wordt

Steeds meer Nederlanders – vooral jongeren – gebruiken hun als onderwerp in plaats van zij, bijvoorbeeld in een zin als ‘Hun hebben de gemist.’
Hoewel bij taalliefhebbers de nekharen hiervan overeind gaan staan, lijkt deze fout het pad te volgen van de vele taalfouten die uiteindelijk normaal Nederlands worden.

Wanneer gebruik je hun?

Als meewerkend voorwerp en als er geen voorzetsel achter staat. Het meewerkend voorwerp is het antwoord op de vraag: aan/voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? Bijvoorbeeld: aan wie geef ik deze pen?
Voorbeelden:

  • Ik geef hun het boek. 
  • Zuid-Afrika is hun te ver weg. 
  • Zij gaf hun een kopje warme chocolademelk.

Zodra er een voorzetsel voor staat verandert hun in hen
Voorbeelden:

  • Ik geef het boek aan hen. 
  • Zuid-Afrika is voor hen te ver weg. 
  • Zij gaf aan hen een kopje warme chocolademelk.

Als bezittelijk voornaamwoord in de derde persoon meervoud. Een bezittelijk voornaamwoord toont een bezit aan.
Voorbeelden:

  • Dat is hun artikel. 
  • Hun boek wordt dit jaar gepubliceerd. 
  • Zij wandelt vaak met hun hond.

Betekenisverschil tussen ‘zij’ en ‘hun’

Mogelijk bestaat er een betekenisverschil tussen ‘zij’ en ‘hun’ als onderwerp. Volgens Nicoline van der Sijs in het boek De geschiedenis van het Nederlands in een notendop heeft ‘hun’ als onderwerp een aantal kenmerkende eigenschappen.

  • Aan het begin van een zin valt ‘hun’ als onderwerp meer op dan ‘zij’ of ‘ze’.
  • Er zou onder jongeren een betekenisverschil zijn tussen ‘zij’ en ‘hun’, waarbij ‘zij’ alleen naar meisjes verwijst en ‘hun’ naar zowel jongens als meisjes kan verwijzen.
  • Het onderwerp ‘ze’ kan verwijzen naar dieren, mensen of dingen. ‘Hun’ verwijst daarentegen altijd naar mensen.

Vanwege deze drie functies zal ‘hun’ als onderwerp volgens Van der Sijs veel blijven voorkomen.

Joop en Kees van der Horst geven in De geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw aan dat het in de lijn der verwachtingen ligt dat ‘hun’ als onderwerp alleen maar populairder wordt. Zij maken een vergelijking met de persoonlijk voornaamwoorden ‘jullie’, ‘je’ en ‘het’, die zowel onderwerp als lijdend voorwerp kunnen zijn. Er bestaat een kans dat hetzelfde met het persoonlijk voornaamwoord ‘hun’ zal gebeuren. Wel merken Van der Horst en Van der Horst op dat er zoveel weerstand is tegen vormen als ‘hun hebben’ dat de verandering wellicht om die reden niet helemaal doorzet. De tijd zal uitwijzen of dit ook echt het geval is.

Dossier