Afbeelding
Beeld Pexels
Beeld Pexels
Wanneer je ergens definitief mee stopt, kun je dit uitdrukken door te zeggen dat je het ‘aan de wilgen hangt’. Zo kan een voetballer die met voetballen stopt, zeggen dat hij ‘zijn voetbalschoenen aan de wilgen hangt’. Deze uitdrukking bestaat al eeuwen in de Nederlandse taal en vindt zijn oorsprong in een Bijbelse Psalm over het Babylonische Ballingschap in de 6e eeuw voor Christus.
Tijdens deze ballingschap, werd het Israëlische volk uit de voor hen heilige stad Jeruzalem verbannen. De ballingschap vond plaats onder leiding van de Babylonische koning Nebukadnezar II.
Voor de Joden was dit een moeilijke fase in de geschiedenis. Wel kwam in de tijd van deze ballingschap een belangrijk deel van de Joodse geschriften tot stand en werd een fundament gelegd voor de collectieve identiteit van het Joodse volk.
In Psalm 137 beschrijven de Israëlieten hoe verdrietig het voor ze is dat ze Jeruzalem hebben moeten verlaten. In deze tekst wordt onder meer verteld dat ze uit verdriet stoppen met het voordragen van gedichten. Dat ze hiermee stoppen, illustreren ze in het tweede vers uit deze Psalm als volgt: ‘In de wilgen op de oever, hingen wij onze lieren’. Aan dit vers hebben we de uitdrukking ‘iets aan de wilgen hangen’ te danken.
Volgens F. A. Stoett luidde de Nederlandse uitdrukking van oorsprong dan ook: ‘De lier aan de wilgen hangen’ en werd deze puur toegepast om uit te drukken dat je gestopt was met dichten. Pas later werd de uitdrukking algemener gebruikt en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo.
Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder verschenen is op IsGeschiedenis.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!