Afbeelding

morguefile

Een kind en een boek schrijven: gaat dat samen?

Het opvoeden van kinderen combineren met werken: voor iedere ouder is het een pittige uitdaging, maar alsEen kind en schrijven schrijver heb je het er helemaal moeilijk mee. Neem alleen al het vele thuiswerken. Je zit net achter je computer, klaar om aan de slag te gaan, en je zoontje/dochtertje begint te huilen. Of het lukt je niet eens om te beginnen, omdat een slaaptekort je concentratievermogen en verbeeldingskracht enorm doet afnemen. Het ouderschap blijkt voor veel schrijvers een ware worsteling, komt naar voren uit een artikel dat Rutger Lemm schreef in Volkskrant Magazine van afgelopen weekend.

Als ouder moet je veel opofferen, wat niet goed samengaat met het egocentrisme van een schrijver. Als schrijver heb je een onbegrensde vrijheid nodig. Dit lijkt onverenigbaar met de rust, reinheid en regelmaat die je in de rol van ouder zo goed mogelijk wil implementeren. Zo schrijft Kim Brooks in haar essay A Portrait of the Artist as a Young Mother (2016) voor het online tijdschrift The Cut, onderdeel van New York Magazine: ‘Kunst moet dingen overhoop halen en bevragen. Het moet alles wat comfortabel en veilig is verstoren. Dat is het tegenovergestelde van wat een ouder moet doen.’ Je moet je kunnen overgeven aan je persoonlijke obsessies. Karl Ove Knausgard beschrijft in Liefde hoe hij zich in de periode na de geboorte van zijn eerste kind wekenlang opsloot in zijn kantoor. Hij sliep zelfs niet meer thuis omdat hij per se zijn roman moest afmaken. Hoe vaak zijn vrouw hem – al scheldend – opbelde, hij bleef stoïcijns achter zijn laptop zitten.

Mannen versus vrouwen

Hoewel de man-vrouwverhoudingen sterk veranderd zijn ten opzichte van vroeger, lijkt het voor vrouwen nog lastiger om de opvoeding van een kind te combineren met schrijven. Het ouderschap heeft voor hen nog altijd grotere fysieke en mentale gevolgen dan voor mannen. Schrijfster Rachel Cusk noemt in haar memoire A Life’s Work (2001) hoe moeilijk het soms is om voor jezelf en je schrijfwerk te kiezen. ‘Een ander mens heeft in haar geleefd, en na de geboorte leeft dit kind altijd binnen de grenzen van haar bewustzijn. Als een moeder met haar kind is, is ze dus niet zichzelf, maar als ze zonder haar kind is, is ze ook niet zichzelf; het is dus net zo moeilijk om je kind te verlaten als om bij baar te zijn.’ Er zijn schrijfsters die bewust kinderloos bleven om hun artistieke vrijheid te behouden, Virginia Woolf, Hanna Arendt en Elizabeth Bishop bijvoorbeeld.

Voordelen van het hebben van kinderen als je schrijft

Is het allemaal echt zo ellendig als het nu lijkt en moet je als schrijver maar niet aan kinderen beginnen? Zeker niet. Schrijfster Lauren Sandler opperde in 2013 bijvoorbeeld in The Atlantic dat schrijvers het bij één kind moeten houden. Zo doen ze wel de ervaring op, maar dragen ze niet te veel lasten. Levenservaring komt natuurlijk altijd van pas als je schrijft. Daarnaast kom je als ouder in aanraking met verschillende (nieuwe) soorten gevaar, allerlei angsten, maar ook met jezelf. Dat levert genoeg stof voor goede verhalen! En het kind zelf kan een grote inspiratiebron zijn, met alles wat het doet en ontdekt.
Verder zijn bij veel schrijvende ouders ongekende scherpte en humor terug te zien in hun werk, te danken aan gedwongen concentratie. ‘Alsof ze het gehaast neer moest pennen terwijl de baby even sliep.’ Als laatst noemt Lemm dat er met de zogenoemde kortestukjesboeken een nieuw literair genre geboren lijkt te zijn sinds ouders schrijven. ‘Het past bovendien uitstekend in een tijd waarin iedereen een korte aandachtspanne heeft.’ Het is een revolutie van schrijvende ouders. ‘De maatschappij verandert, en de literatuur verandert met haar mee.’

Kortom: geen paniek. Er zijn bovendien fantastische voorbeelden te vinden van succesvolle schrijvende ouders. Maar lukt het je toch niet helemaal? Die kinderen groeien vanzelf op, en voor schrijven ben je nooit te oud!

Wil je het volledige artikel van Rutger Lemm lezen? Klik dan hier.