Do's en don'ts voor het schrijven van een thriller

Als manuscriptredacteur ontvang ik geregeld thrillers van beginnende schrijvers, en wat opvalt: het blijkt nog knap lastig om een spannende, of überhaupt niet-slaapverwekkende thriller te schrijven (wat inderdaad nogal tegenstrijdig klinkt).

Don'ts van een thriller

De volgende drie zaken gooien vaak roet in de soep:

Te veel uitleg

De lezer wil niet weten welke certificaten, instanties, wetgevingen of voorschriften erbij komen kijken. Samenvatten (zie Informatie via dialogen, verderop) of overslaan. Tempo gaat voor info. Hup!

Inconsequente personages

Een autoritaire korpschef die aanklopt met ‘Mag ik je misschien heel eventjes storen?’ is in één klap niet meer autoritair. Gebruik inconsequenties bewúst als je de protagonist (en dus de lezer) op het verkeerde been wilt zetten (zie Dubbele agenda).

Darlings die je kunt killen

Elk personage moet een nut dienen in het verhaal, al is het maar zijn of haar reactie op iets wat er gebeurt (zie Sfeerbeschrijving). Alle personages nemen een ‘hokje’ in beslag vanaf het moment dat je ze aan de lezer voorstelt. Dat hokje komen ze pas weer uit als ze hun ‘nut’ hebben bewezen. Denk aan de portier die met naam en leeftijd is geïntroduceerd. Die móét vroeg of laat iets zien of te melden hebben. Zo niet: killen.

Do's van een thriller

Hieronder een paar tips om je thrillermanuscript te verstevigen, niet alleen afkomstig uit mijn redactie-ervaringen, maar tevens uit de vele thrillers die ik in de trein verslonden heb.

Kobo personalia

Een thriller of detective geeft je als schrijver hét excuus om je personages kort en bondig (kobo) te beschrijven: Mark, zo’n een meter tachtig, jaar of veertig, kale kop, donkere ogen en een bruine houthakkersbaard. Ik heb geen idee waarom in artikelen vaak iemands leeftijd wordt genoemd, maar in thrillers, en fictie überhaupt, is het van belang voor de beeldvorming.

Het kobo beschrijven van je personages is tevens een effectieve methode om de lezer op het verkeerde been te zetten. Als verschillende personages dezelfde omschrijving geven van een verdachte, kun je de lezer sturen: dat moet dan wel dezelfde persoon zijn. Wat uiteindelijk niet zo hoeft te zijn.

Dubbele agenda

Geef een van je personages een dubbele agenda of suggereer er een, zodat de lezer hem of haar niet in één hokje kan plaatsen. De protagonist zou ik daarentegen géén dubbele agenda geven, althans, niet voor de lezer. Dat maakt het namelijk lastiger om je met hem of haar te identificeren. ‘Gebruik’ hiervoor liever zijn partner, beste vriend etc.

Wrijving en spanning

Creëer wrijving en spanning tussen de personages. Een beetje rechercheur heeft een geldeisende ex, en een team zonder onderlinge spanningen is sáái. Vergeet ook niet een knappe stagiaire of sexy lab-medewerker in te zetten; verlangen is óók spanning.

Er mag bovendien gelogen, bedrogen en gesnoven worden – niet alleen door de bad guys!

Informatie via dialogen

Aanvullend op mijn tempo-opmerking: geef de lezer de benodigde achtergrondinformatie via dialogen. Projecteer de lezer op de protagonist of een van je andere personages en laat een expert hem of haar uitleggen hoe iets in elkaar steekt. Je schetst hiermee tegelijkertijd de personages. Twee vliegen, win-win, hup!

Sfeerbeschrijving

Laat de reacties en gedachten van je personages de sfeer beschrijven. Ook dit is een twee-vliegenmethode, omdat je zo gelijktijdig de veerkracht, intelligentie etc. van je personages schetst. Een koele reactie op een schokkende gebeurtenis kan iets zeggen over dat personage – een James Bond die nergens meer van schrikt, bijvoorbeeld. Maar om de gebeurtenis in perspectief te zetten dient er iemand naast te staan die wél in paniek raakt.

Korte hoofdstukken

Gebruik korte hoofdstukken, liefst om-en-om als je meerdere perspectieven gebruikt, en eindig elk hoofdstuk met een cliffhanger, clou of drama. Zie jezelf een willekeurig hoofdstuk voorlezen in een tv-programma of op een festival: je publiek moet daarna willen weten hoe het verdergaat.

Lees grootmeesters

De allerbelangrijkste tip: lees grootmeesters als Harlan Coben en Nicci French. Dit legt de lat wat hoog, maar ze demonstreren wat een thriller in huis moet hebben om te thrillen. Lezen is en blijft de belangrijkste schrijftip: het heet niet voor niets ‘leesvoer’.

Angst als inspiratie 

Een van de thrillers die ik redigeerde ging over de ontvoering van een meisje. De schrijver – vader van een jonge dochter – verklaarde in zijn dankwoord dat hij via zijn thrillers zijn ergste angsten van zich af schrijft. Dat lijkt me een mooie tip om mee af te sluiten: laat je angst je inspiratie zijn.

Door Rob Steijger

Rob Steijger werkt als freelance redacteur voor uitgeverijen en schrijvers en is gespecialiseerd in fictie (met voorkeur voor thrillers), waargebeurde verhalen (al dan niet verpakt als fictie) en psychologische non-fictie. Op zijn website vind je zijn werkwijze en portfolio.