Afbeelding
aphrodite-in-nyc from new york city, CC BY 2.0, Unknown authorUnknown author; Restored by Yann Forget and Adam Cuerden, Public domain, via Wikimedia Commons.
aphrodite-in-nyc from new york city, CC BY 2.0, Unknown authorUnknown author; Restored by Yann Forget and Adam Cuerden, Public domain, via Wikimedia Commons.
Het thrillergenre is een erg oud, maar daarnaast ook een ontzettend populair genre. Over de héle wereld wordt de spanning van thrillerboeken gevoeld. Van Erskine Childers tot aan Freida McFadden, er vliegen miljoenen exemplaren van het genre over de toonbank. Maar waar is dit genre eigenlijk begonnen?
De poëet Homerus gebruikte al technieken in bijvoorbeeld zijn gedicht Odessey (8e eeuw vóór Christus) die lijken op de technieken van moderne thrillers. Dit is een Grieks verhaal dat gaat over de tien jaar durende reis van Odysseus, waarin hij en zijn medepassagiers vechten om terug te keren naar huis na de Trojaanse Oorlog. Ook veel klassieke sprookjes, waaronder Roodkapje, kennen thrilleraspecten. De bekendste versie, opgetekend door de gebroeders Grimm, komt uit de 17e eeuw, maar de volksverhalen kunnen zelfs worden getraceerd naar de 10e eeuw. De grote boze wolf die de oma van Roodkapje doorslikt en in bed gaat liggen wachten om ook Roodkapje op te kunnen eten zijn spannende momenten. Een ‘psycho-stalker’ verhaallijn wordt het ook wel genoemd.
Door velen wordt het boek The spy van James Fenimore Cooper de allereerste literaire thriller genoemd. Dit boek is geschreven in 1821 en gaat over een Amerikaanse agent die zich, tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, op door de Britten bezet land bevindt. Maar als we kijken naar bijvoorbeeld psychologische thrillers zijn verhalen zoals The tell-tale heart uit 1843 van Edgar Allan Poe, en later The woman in white uit 1859 van Wikkie Collins, de eerste. Ook al vinden mensen de verhalen van Edgar Allan Poe meer gothic horror, de psychologische aspecten van dit verhaal maken het ook een psychologische thriller. Auteurs die binnen het thrillergenre begonnen te schrijven, haalden veel inspiratie uit deze verhalen. Bijvoorbeeld Sir Arthur Conan Doyle, hij heeft zich laten inspireren door Poe. Doyle bedacht vervolgens de beroemdste detective aller tijden.
In de jaren 20 van de 20ste eeuw werden de eerste vrouwelijke schrijfsters populair binnen het thriller genre. Neem bijvoorbeeld Agatha Christie. Geïnspireerd door Poe, werd ze wereldwijd beroemd met werken zoals And then there were none uit 1939 en Murder on the Orient Express uit 1933. Evenals Christie is Gillian Flynn een van de populairste vrouwelijke thrillerauteurs van het begin van de 21ste eeuw. Haar wereldberoemde boek Gone girl gaat over een vrouw die vermist wordt en haar man lijkt toevallig wel héél verdacht. Paula Hawkins is weer een meer recentere auteur. In The Girl on the Train neemt Rachel iedere ochtend dezelfde trein, en kijkt ze vanuit de trein iedere ochtend naar hetzelfde koppeltje in hun tuin. Totdat er iets raars gebeurt.
Je ziet wel een verandering in het plot van thrillers van vroeger en nu.
De rode draad tussen de thrillers van vroeger is dat ‘whodunnit’ en ‘goed vs. slecht’ de meest voorkomende plots waren. Tegenwoordig is het erg belangrijk dat een thriller juist een onverwachte plotwending heeft.
Pas in de jaren 80 kwam het thrillergenre echt op in Nederland. Toen verschenen er spannende boeken onder de benaming ‘literaire thriller’. De Gouden Strop, een prijs om het spannende genre te promoten in Nederland, werd in 1986 opgezet en ieder jaar wordt deze uitgereikt aan auteurs van spannende boeken. Het was al wel in de Eerste Wereldoorlog dat uitgeverij Bruna begon met misdaadliteratuur, met een auteur die schreef onder het pseudoniem Ivans. Na het overlijden van Ivans, nam Henricus Franciscus van de Kallen het stokje over, zijn boeken stonden ook wel bekend als een ‘Havank’. Deze Havanks waren spannende misdaadromans over een speurder genaamd Charles C.M. Carlier. Daaromheen waren er veel auteurs die het maar bij één spannend verhaal lieten. Vanaf het einde van de 20ste eeuw en/of het begin van de 21ste eeuw zijn er meerdere Nederlandse thrillerauteurs geweest die de verwachtingen van lezers hoog hebben gehouden. Saskia Noort, Simone van der Vlugt, Theo Capel en Felix Thijssen zijn er een paar van.
Agatha Christie en Edgar Allan Poe zijn de grondleggers geweest van mysterie plots in thrillers. Moderne thrillers hebben dit meegenomen en verder uitgewerkt met psychologische diepte, diepgaande en complexe personages en problemen uit de echte wereld. Neem bijvoorbeeld de boeken van Stephen King, hij gebruikt psychologie om angstaanjagende situaties neer te zetten in het verhaal en de personages worden diep uitgewerkt, waardoor je meegesleept wordt. Zijn boeken zijn een perfect voorbeeld voor de moderne thriller, een van de redenen dat hij zo bekend is geworden in de jaren ‘80 en ‘90.
Thrillers van vroeger waren gebaseerd op volksverhalen, waargebeurde misdaad, geschiedenis, hervertellingen van oude sprookjes en zo kan het nog wel even doorgaan. Ondertussen is eigenlijk overal al over geschreven. Het is dus een uitdaging om in deze tijd een origineel verhaal te schrijven, daarvoor is een nieuwe invalshoek nodig, waardoor het nét anders geschreven wordt dan de auteurs daarvóór geschreven hebben, of geef er een bijzondere wending aan. Inspiratie opdoen bij andere schrijvers is iets wat al vele auteurs geholpen heeft om hun eigen schrijfstijl te vinden.
Bronnen: Bookstellyouwhy, Marketproject, Bookstr, Celadonbooks, Skokielibrary
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.