Afbeelding
Beeld: Pexels
Beeld: Pexels
Deze week kijken we in De gereedschapskist van de schrijver naar lichaamstaal: dé manier om aan je lezers te laten merken wat je personages voelen en denken, zonder het letterlijk te zeggen.
Lichaamstaal is een belangrijk deel van menselijke communicatie. Niet voor niets hebben we op het internet de emoticons uitgevonden als schamel alternatief. Hier volgen een paar manieren waarop je lichaamstaal kunt gebruiken in je verhaal.
Eén van de redenen om lichaamstaal te beschrijven heeft te maken met het aloude en op vele manieren geïnterpreteerde 'show, don't tell'. Je kunt schrijven 'ze was boos'; dan vertel je de lezer hoe het personage zich voelt. Als je het in plaats daarvan laat zien, doordat het personage bijvoorbeeld haar vuisten balt of de deur hard dichtgooit, gaat het verhaal veel meer leven. Bovendien geeft het de mogelijkheid om verschillende personages op verschillende manieren boos te laten zijn.
Ieder persoon heeft zijn eigen karakteristieke houding, manier van lopen en veelgebruikte gebaren. Door ook je personages hun eigen unieke lichaamstaal te geven, zorg je dat de lezer ze in iedere scène meteen herkent en ze duidelijk voor zich gaat zien. Je kunt inspiratie opdoen uit je eigen omgeving, of door op een openbare plek te kijken hoe mensen zich bewegen. Pas wel op: als een personage continu hetzelfde gebaar maakt, wordt het al snel een typetje.
Lichaamstaal liegt niet, en daar kun je in verhalen dankbaar gebruik van maken. De krachtigste toepassing van lichaamstaal is wanneer je personages iets anders zeggen dan ze denken of voelen. Door hun lichaamstaal in zo'n situatie te beschrijven kun je hun ware gevoelens aan de lezer verraden. Als je dit goed doet, is het nauwelijks meer nodig om de gedachten of gevoelens zelf nog te beschrijven.
Mensen kunnen heel wat informatie uitwisselen zonder een woord te gebruiken. Ook als er wel gesproken wordt, komt het vaak voor dat iemand reageert op wat hij ziet en niet wat hij hoort (bijvoorbeeld als de ander verdrietig is en probeert om dat niet te laten merken). Door je hiervan bewust te zijn, kun je meer leven in je dialogen brengen. Bovendien kun je, als het perspectief in je verhaal bij één personage ligt, door lichaamstaal een idee geven van wat de andere personages denken zonder 'in hun hoofd' te hoeven kruipen.
Zoals bij veel dingen geldt ook voor het beschrijven van lichaamstaal in verhalen dat je het niet moet overdrijven. Af en toe een goed gekozen gebaar werkt vaak sterker dan continu uitgebreide beschrijvingen. Let ook op dat je niet gaat verdubbelen. Als uit de dialoogtekst of andere context al blijkt hoe het personage zich voelt, kan lichaamstaal soms werken als extra versterking, maar het kan ook onnodig en storend zijn.
Door Anna Mattaar
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!