Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Het lijkt de droom van elke schrijver, je eigen verhaal vertaald zien worden naar het witte doek. Met een verfilming bereik je immers een groter publiek. Deze schrijvers kregen het voor elkaar, maar dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Hier staan hun tips voor je op een rijtje.
Volgens Herman Koch, schrijver van de bestseller Het diner (verfilmd in 2013), verkijken regisseurs zich op het verfilmen van een boek. Hij was daarom niet enthousiast over de verfilming van zijn eigen boek: ‘Mijn boek lijkt makkelijk verfilmbaar, omdat je alleen vier mensen aan een tafel hebt in een restaurant. Maar het is een subjectief boek. Je zit in het hoofd van de verteller en volgt zijn meningen en gedachten. Die kun je nooit in een film stoppen.’
Mano Bouzamour hoopte juist op een boekverfilming. Zijn boek De belofte van Pisa is dan ook in 2019 verfilmd. Het feit dat hij een ‘filmfreak’, is heeft er volgens hem toe geleid dat zijn boek verfilmd is: ‘Daardoor denk ik in scènes en dialogen. Dat heb ik meegenomen bij het schrijven van mijn boek. Na publicatie stonden er binnen een week zes filmproducenten voor de deur.’
Voor veel schrijvers is het belangrijk dat een scenarist en de regisseur trouw blijven aan de roman bij het verfilmen. Toch ziet Thomas Rosenboom, schrijver van Publieke Werken dat in 2015 verfilmd werd, dat aanpassingen in het verhaal ook voordelen hebben. De film begint nu bijvoorbeeld met een verkrachtingsscène, terwijl deze in het boek pas later voorkomt.
Rosenboom: ‘Doordat de film nu zo heftig begint, ben je er als kijker wel gelijk bij. De scenarist is tegen allerlei compositieproblemen aangelopen waarvoor hij dit soort oplossingen heeft bedacht, en ik ben hem heel dankbaar voor de vrijheid die hij heeft genomen.’
Volgens Jan Siebelink kun je op het witte doek niet alle vieze en gore details uit een roman in beeld vertalen, omdat het publiek daar niet op zit te wachten. In het boek Knielen op een bed violen zijn de personages ‘veel viezer en onappetijtelijk’ in vergelijking met de film. In het boek was dat mogelijk volgens Siebelink ‘want dan kunnen lezers zich dat zelf voorstellen, maar als je iemand ziet met een dikke kwab in zijn nek, een lamme arm of vieze vergeelde lippen van de rook, dan denken mensen: “Daar ga ik niet naar kijken.”’
Annejet van der Zijl, schrijfster van Sonny Boy, wilde juist de verfilming van dat boek uit handen geven, omdat ze het belangrijker vond dat het verhaal goed overkwam op het publiek. Hoewel Van der Zijl inzage had in versies van het script, mocht de scenariste ermee doen wat ze wilde. Destijds gaf Van der Zijl aan: ‘Ik wil liever dat jullie er een geslaagde film van maken dan dat jullie het boek letterlijk volgen en het als film niet werkt.’
Door Tara Boonstra
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.