3 manieren om je personage interessant te maken met karaktergebreken

Een personage dat zachtaardig en succesvol is en nooit ruzie maakt, is te perfect. Een perfect personage heeft geen conflict en geen conflict betekent geen verhaal. Karaktergebreken maken een persoon interessant, en het geeft je openingen voor conflicten in je plot. Hier zijn 3 niveaus waarop je gebreken kunt toevoegen aan je personage! 

1. Geef het personage een klein gebrek

Een klein gebrek is handig voor bijpersonages, aangezien je deze niet helemaal kan uitdiepen. Met een kleine flaw in hun karakter kan je een collega van je hoofdpersoon ook interessant maken. Misschien is hij wel enorm vergeetachtig, waardoor de hoofdpersoon moeite heeft zijn eigen werk af te krijgen. En zoals je leest: het creëert meteen een conflict! Deze onhandigheden in het karakter kan je natuurlijk ook goed gebruiken voor je hoofdpersoon en ze zijn niet altijd extreem negatief. 

Voorbeelden om te gebruiken: 
•    Onhandig: Je personage bezit geen hand-oog coördinatie, struikelt veel of maakt van alles kapot. Zoals Bella Swan in Twilight. 
•    Sceptisch: Je personage heeft een sceptische kijk op de wereld. Zoals Suzan in De Kronieken van Narnia. 
•    Kinderachtig: Je personage is naïef, kinderlijk en snel afgeleid. Zoals Peter in Peter Pan.
•    Zachtzinnig: Je personage is te lief en laat over zich heen lopen. Zoals Charlie Kelmeckis in De belevenissen van een muurbloem.  
•    Eigenwijs: Je personage heeft een eigen willetje, en zal dus niet snel opgeven. Zoals Anne in Anne van het groene huis.

2. Geef het personage een groot gebrek

Als je een personage alleen maar kleine character flaws geeft, dan heeft de lezer nog steeds het gevoel dat het personage vlak is. Eigenwijsheid is niet altijd fout en kan zich ook op een positieve manier uiten. Graaf dus verder. Welke karaktergebreken hebben een grotere impact op het leven? Gebruik deze voor je hoofdpersoon!  

Voorbeelden om te gebruiken:
•    Onattent: Je personage geeft niets om de gevoelens van een ander. Zoals Sherlock in Sherlock Holmes. 
•    Veroordelend: Je personage uit veel kritiek op anderen. Zoals Holden Caulfield in De vanger in het graan.
•    Arrogant: Je personage vindt zichzelf heel wat en draagt dit ook uit naar de buitenwereld. Zoals Draco Malfidus in Harry Potter.  
•    Hebzuchtig: Je personage wil altijd meer en houdt dit voor zichzelf. Zoals Ebenezer Scrooge in Een kerstvertelling.
•    Twijfelachtig moreel: Je personage is niet goed of slecht, maar maakt moreel grijze keuzes. Zoals Kaz Brekker in List & Leugens.

3. Geef het personage een fataal gebrek

Het grootste gebrek van een personage bezorgt hem ook de grootste problemen. Het hindert hem in het dagelijkse leven, staat in de weg van persoonlijke groei en is de kern van vele conflicten. Deze flaw wordt vaak gebruikt voor de antagonisten van een verhaal, maar je kan je ook gebruiken voor je hoofdpersoon. 

Voorbeelden om te gebruiken:
•    Manipulatief: Je personage is constant bezig om anderen te manipuleren zodat ze doen wat hij of zij wil. Zoals Amy Dunne in Gone Girl.
•    Obsessief: Je personage is maar met één ding bezig en kan nergens anders aan denken. Zoals Annie Wilkens in Misery. 
•    Intolerant: Je personage accepteert alleen wat hij kent en staat niet open voor nieuwe invloeden. Zoals Bob Ewell in Spaar de spotvogel.
•    Wreed: Je personage bezorgt anderen pijn, gewoon omdat hij dat leuk vindt. Zoals Heathcliff in Woeste hoogten.
•    Moordlustig: Je personage verlangt ernaar om te doden. Zoals Hannibal Lecter in De schreeuw van het lam.