Lid sinds

17 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Show and tell

"Show, don't tell!" krijgt zo'n beetje elke schrijver wel eens naar zijn hoofd geslingerd, vooral de mensen die nog niet zo veel ervaring hebben. Deze woorden hebben heel wat fronsen veroorzaakt. Wat is dat dan, show, don't tell? In deze post geef ik mijn visie (die niet per se waar of heilig is). Eerst het verschil maar eens benoemen. Show is tonen, tell is vertellen. Het verschil zit hem dus in de manier waarop je de lezer de broodnodige informatie voorschotelt. Stel, je hebt een nieuwe fiets en wil je beste maatje dat laten weten. Dan kun je twee dingen doen: je zegt blij "ik heb een nieuwe fiets!" of je laat je nieuwe fiets aan je maatje zien. In het eerste geval weet je maatje alleen dat je een nieuwe fiets hebt, in het tweede geval ook hoe die eruit ziet. Laten zien (show) geeft meer informatie. Helaas kost het ook meer moeite en tijd (aka tekst) om dat voor elkaar te krijgen. Hoe vertaalt die nieuwe fiets zich in een stukje uit je verhaal? Voorbeeldstukje met veel tell:
Jan liet zijn hond uit. Het was mooi weer en hij floot een liedje. Zijn hond, Max, stopte bij een boompje en plaste. Jan wachtte geduldig. Er liep een mooi meisje voorbij en hij keek haar na.
Dit is natuurlijk erg overdreven, maar dat maakt straks wat duidelijker wat het verschil is. In de tekst hierboven zit weinig informatie. Je weet wat er aan de hand is, maar het is erg moeilijk om als lezer in te schatten wat de schrijver in zijn hoofd had toen hij dit schreef. Er zitten weinig details in, de karakters zijn plat en weinig uitdagend. Zelfde stukje, nu met show:
Jan slenterde met zijn hond Max over straat. De zon scheen fel en perste het zweet uit zijn porien. Het kon hem niet deren, hij floot lekker de laatste zomerhit. Max trok de lijn strak toen hij stopte bij een uitgedroogd boompje. Hij tilde zijn poot op en leegde met een tevreden zucht zijn blaas. Jan leunde op zijn gemak tegen een geparkeerde auto en keek om zich heen. Aan de overkant van de straat klikklakte een meisje met lange blonde haren voorbij. Jans blik werd eerst naar haar voorgevel getrokken en daarna bleef hij aan haar goedgevulde achterwerk hangen tot ze de hoek om sloeg.
Het eerste wat opvalt is natuurlijk dat het tweede stuk veel langer is. Voor details heb je nu eenmaal meer woorden nodig, hoewel je met goed doseren en de juiste woorden kiezen toch een eind komt. Verder is de scene duidelijker en komt de bedoeling van de schrijver beter over. De sfeer komt beter naar voren. Is dat dan hoe je verhalen moet schrijven? Nee. Nee? Nee. Als je overal show gaat gebruiken, wordt je verhaal kilometers lang en er traag om te lezen. De lezer onthoudt die details echt niet allemaal en soms zijn ze niet eens nodig. Iedereen weet wel hoe een hond pist, het doet er niet echt toe wat voor liedje hij fluit. Het is dus de bedoeling dat je een goed evenwicht vindt tussen tonen en vertellen.
Jan slenterde met zijn hond Max over straat. De zon scheen fel en perste het zweet uit zijn porien, maar hij floot gewoon een liedje. Max stopte en piste tegen een boompje. Op zijn gemak leunde Jan tegen een geparkeerde auto. Het blonde meisje dat langsliep, liet zijn buik kriebelen en hij keek naar haar kont tot ze de hoek om was.
Ik hoop dat iedereen het met me eens is dat bovenstaande tekst beter wegleest dan een van de andere twee. Een gezonde mix van show en tell. Hopelijk hebben jullie wat aan dit stukje en/of kunnen jullie het aanvullen en uitbreiden met jullie eigen kennis en ervaring :)

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator

Het is "Show don't tell".

Niet per se. Het is het inzicht dat je showen en tellen afwisselt in een goede balans, vandaar show and tell.