#272 De verdrukking onder ogen zien
Het is vijf minuten voor half vijf, ik snuif de geuren op van verse pizza's. Het water loopt in mijn mond als ik het bord in mijn verbeelding voor me zie met vier verschillende soorten kaas welke innig met elkaar zijn verbonden en een deegbodem die bij elke hap knispert in mijn mond. Op de bovenverdieping is het nog rustig. Het geroezemoes van beneden echoot zachtjes door de ruimte. Nadat de serveerster met een glimlach het glas water overhandigt, maakt ze de kaarsjes aan die op de tafels staan. De houten balken aan het plafond stralen iets robuust uit, toch voelt de ruimte knus met het lichtbruine draaghout en de rode tafellakens. Hoewel het nog geen kerst is, staren de beeldjes mij van boven engelachtig aan. Opeens hoor ik de pieptoon van mijn telefoon. Ik graai in mijn tas naar het aluminium doosje dat mij zojuist geroepen heeft. Het zal toch niet... Ik veeg met mijn vinger over het scherm en ja hoor: 'Hoi Anke, er is iets tussengekomen op het werk, ik kom wat later! Groetjes Kees.'
Jij wilde hier persé vandaag om half vijf afspreken en nu dit weer! Je bent niets veranderd Kees, flitst er door mijn hoofd. Ik krijg spijt en vraag mij af waarom ik die afspraak heb gemaakt. Ik stuur hem zo meteen wel een bericht terug. Zodra ik de telefoon terug in mijn tas stop, bedenk ik me dat ik mijn boek bij me heb. Ik zal de tijd immers moeten doden totdat hij er is. Ik sla het open en lees: 'Visioenen uit het verleden', daar was ik gisterenavond gebleven. Mijn ogen slurpen de woorden op in mijn gedachten, alles om mij heen vervaagt. Na een poosje beginnen de letters te bewegen. Ik wrijf met mijn hand door mijn ogen, maar de letters stoppen niet met trillen, ze dansen ineens voor mijn netvlies. Voordat ik op kan kijken zie ik een vaag beeld. Ik hoor geschreeuw, ik voel een angst door mijn lichaam stromen die mijn strottenhoofd direct dichtknijpt. Een getinte man met een donkere baard kijkt met een blik naar me of hij mij terplekke wil vermoorden. Hij slaat hard met zijn zweep, de slag siddert door mijn lijf. Hij wijst naar beneden en gilt dat ik op moet schieten anders kom ik in de gevangenis van de farao terecht. De taal klinkt vreemd in mijn oren, toch begrijp ik wat hij bedoeld. Ik kijk onmiddellijk weer naar de immense marmeren vloer die besmeurd is met modder. Ik schuifel op handen en knieën vooruit, haastig wrijf ik met mijn voddendoek over de grond.
Zomaar uit het niets zie ik de dansende letters weer, tijd om bij te komen krijg ik niet. Ik hoor geweerschoten, de ondergrond voelt hard aan. Mijn zicht is wazig, maar een luide knal laat mij ontwaken in een nachtmerrie.
'Steh auf und grabe weiter!' hoor ik iemand achter mij gillen. Mijn lichaam is verdoofd, langzaam kom ik overeind. Op het moment dat ik op mijn benen probeer te gaan staan, voel ik een stekende pijn in mijn rug. De geluiden verstommen vluchtig weer.
'Mevrouw, gaat het wel goed met u?'
Ik sper mijn ogen op, ik hap enkele keren diep naar adem. De vriendelijke, maar ernstige blik van de serveerster kalmeert mij enigszins.
'Ja hoor, ik..., ik denk dat ik in slaap ben gevallen, mevrouw...'
Ze vraagt of ze nog iets voor me kan betekenen, maar ik verzeker haar dat het goed met mij gaat.
Het geklop in mijn hals houdt nog even aan. Ik pak mijn telefoon beet, met open mond zie ik dat het pas zestien uur veertig is. Voor mijn gevoel lijkt het of ik een halve dag ben weg geweest.
Op het moment dat ik aan Kees denk komt er een bericht binnen: 'Heb je mijn vorige bericht nog niet gelezen? Het wordt laat vanavond, ik kan de afspraak helaas niet meer halen! Je hoort snel weer van me! X Kees'
Ik merk dat mijn hoofd rood wordt, maar dan zie ik aan de andere kant van het tafeltje dat de lucht zachtjes begint te trillen. Ik deins achteruit, tegelijkertijd houd ik het mistige beeld aandachtig in de gaten. Geleidelijk verschijnen er twee schimmen, ik herken ze meteen, de slavin uit Egypte en de gevangene uit de oorlog. De woede stroomt uit mijn lichaam, een warme gloed kruipt vanuit mijn buik naar mijn hartstreek. Ik kijk in de ogen van mijn verleden en ik zeg zachtjes: 'Het is goed.'
Ik weet niet of ik je tekst
Lid sinds
6 jaarRol
Bruno Lowagie schreef: Ik
Lid sinds
7 jaarRol
Anke Kessels schreef: Je zit
Lid sinds
6 jaarRol
Bruno Lowagie schreef: Anke
Lid sinds
7 jaarRol
Hoi Anke, een intrigerend
Lid sinds
13 jaar 8 maandenRol
Anke, ik begreep de
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Wauw Anke, … wat heb ik met
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
7 jaarRol
mw.Marie schreef: Anke, ik
Lid sinds
7 jaarRol
Riny schreef: Wauw Anke, …
Lid sinds
7 jaarRol