Afbeelding

Bron Pixabay

Zo overkom je een langdurige writer’s block

hoe overkom je writer's blockEr zijn verschillende soorten writer’s blocks. Een kortstondige, waarbij je vastloop in je verhaal. Maar wat als je erin blijft hangen? Wat de reden hiervoor ook is (je maakt geen tijd om te schrijven, je hebt angst om te schrijven, je perfectionisme zit in de weg), er zijn manieren om over deze writer’s block heen te komen en weer vol energie aan het schrijven te gaan.

1. Accepteer de schrijfdip

Iets forceren helpt niet. Dan gaat schrijven je misschien nog meer tegenstaan. Accepteer dat je even geen ruimte in je hoofd hebt om te schrijven. Het gevoel komt vanzelf weer terug!

2. Elimineer de redenen van de schrijfdip

Misschien komt het niet vanzelf terug. In dat geval moet je er hard aan werken. Ga aan de slag met die dingen waardoor je niet schrijft. Moet je een grote klus in huis aanpakken? Doe dat dan. Gaat het op je werk niet lekker? Neem wat dagen vrij en neem even afstand. Besteed je eigenlijk weinig tijd aan wát dan ook, inclusief schrijven? Spreek af met vrienden, boek een weekendje weg of ga uitwaaien op het strand. Van al deze dingen krijg je nieuwe energie, energie die je net dat zetje in je rug kunnen geven om het schrijven weer op te pakken. Een heel goede tip, waarvan ik me bewust ben dat die niet voor iedereen haalbaar is, is: boek een schrijfretraite. Een weekend of week waarin je je helemaal focust op schrijven, niks anders. Weg van je werk en je dagelijkse leven, alleen maar bezig met schrijven. (Overigens kun je dat ook thuis realiseren: neem een week vrij en spreek met jezelf – en het thuisfront – af dat deze week in het teken van schrijven staat. Je doet geen huishoudelijke klusjes, je bent niet beschikbaar voor afspraken.)

3. Maak van schrijven een prioriteit

Wellicht is er geen aantoonbare reden waarom je niet schrijft. Je huis is aan kant, je hebt wel zin in andere dingen en je zit goed in je vel. In dat geval zit er maar één ding op: maak van schrijven een prioriteit. Vertel de mensen om je heen dat je bezig bent met een verhaal (al zijn er ook redenen te bedenken om dat juist niet te doen) en dat je daarom de komende tijd minder beschikbaar bent. Regel met je werk dat je misschien een dag in de week vrij bent, of wat eerder naar huis kan en die uren op een ander moment weer inhaalt. Verweef schrijven zo in je leven, dat je er dagelijks tijd voor hebt. En die tijd heb je alleen als je die tijd ervoor máákt.

4. Lees

Op deze manier ben je nog wel met verhalen bezig, ook al produceer je zelf even niets. Lezen kan inspireren en je op nieuwe ideeën brengen. Of, wat ook wel eens gebeurt: je leest een boek waarvan je denkt: ‘als deze schrijver het kan, dan kan ik het ook!’.

5. Stel je verwachtingen bij

Je kunt heel kritisch op jezelf zijn. Je kunt de lat vreselijk hoog leggen. Je kunt nooit iets dat je schrijft goed genoeg vinden. Maar wat levert dat je op? Waarschijnlijk zorgen de hoge verwachtingen (van jezelf) ervoor dat je blokkeert en dan maar helemaal niet schrijft.

6. Accepteer de schrijfdip niet

Schrijf. Ga dóór. Je wil schrijven, anders las je deze blogpost nu niet. Je hebt een verhaal dat je wil vertellen – vertél dat dan! Laat je niet weerhouden door jouw innerlijke kritische stem of invloeden van buitenaf. Lees meer over het terugkrijgen van schrijfplezier, als dat is wat je tegenhoudt. Of achterhaal wat de reden is van je schrijfdip en los het probleem op. Stel een schrijfplan op, als je denkt dat het je helpt om jouw doel te bereiken. Maar wat je ook doet: blijf schrijven. Dat is de enige manier om uit de dip te komen.

Over de auteur

Al zo lang ze zich kan herinneren, is Yvette Hazebroek (1989) met schrijven bezig. Ze volgde de studie journalistiek en tijdens en na haar studie schreef ze voor verschillende dagbladen en (muziek)tijdschriften en nu voor de fantasy-nieuwssite Modern Myths. Elk jaar in november sluit ze zich op om mee te doen met NaNoWriMo. Eén van haar NaNoWriMo-verhalen resulteerde in haar debuut 'Bay en de Piraenauten', een steampunk-roman die in 2018 verscheen bij Uitgeverij Macc. 

Comments