#270 - Setting
Opdracht # 270 – Setting …
Heerlijk, wat een fijn huis is dit toch. Judith pakt het boek waarin ze aan het lezen was en neemt het mee naar de tuin. Ze kijkt op haar horloge, het duurt nog even voor de kinderen komen. Ze nestelt zich in een van de tuinstoelen met zachte kussens en verdwijnt in haar verhaal.
‘Mam, het was leuk op school. Krijgen we nu tomatensoep met een broodje?’ vraagt Emke en Jacob vult aan: ‘Nou ik wil wel een boterham met rauwe ham en een gebakken ei.”
Judith verrast: ‘Hoe kom je op dat idee?’
‘Nou, alle jongens eten dat iedere dag. Daar wordt je sterk van, hoor!’ En hij toont zijn spierballen.
‘Mag het ook boterhamworst zijn?’
‘Ja natuurlijk, als je niets anders hebt.’
Even later zitten zij aan de keukentafel. ‘Mmm, het is lekker mam.’ ‘Dat is fijn, maar je moet niet zo gulzig eten, je hebt toch geen haast?’
‘Eigenlijk wel, ik wil straks onder de grond kruipen.’ Judith verslikt zich en Femke klapt in haar handen. ‘O, wat goed dat je dat durft. De broer van Hieke heeft dat ook gedaan. Het is jammer dat hij alleen maar rommel vond. zand en stukken steen. Wat ga jij zoeken?’
‘Dat weet ik nog niet, ik wil wel iets bijzonders vinden.’
Judith hapt naar lucht. ‘Je bedoelt het kruipgat onder de gang? Dat vind ik doodeng, er is daar niets, alleen maar elektriciteitsdraden of ander snoerspul. Doe dat nou maar niet!’
‘Ik ben geen klein kind meer; jij nog wel.’ Hij kijkt zijn zusje aan. ‘Ik ben bijna een brugpieper.’
Judith zucht, wat moet ze nou, zo zonder Frits. Hij zit voorlopig nog in het buitenland.
‘Ik heb toch flink gegeten, ik kan wel tegen een stootje, hoor!’
‘Nou vooruit dan, maar niet te ver en te lang. Je krijgt een riem om en ik maak daar een lang stuk touw aan vast. Zo kan ik je een beetje volgen, en je neemt een zaklantaarn mee.'
‘Ja, mam …’
Laat het alsjeblieft snel voorbijgaan bidt Judith in stilte.
‘Het is hier wel benauwd mam, ik zie nog geen bijzonders, of … wacht ja. Ik zie een rieten mandje met paaseieren op wat houtwol en ook … Mam - hij roept nu heel hard – er zit een granaat bij’.
‘Wàt …, een granaat!’
‘Ja. Die hebben we toch op de televisie gezien?’ zegt Emke.
Judith bevriest. Gedachten en gevoelens razen door haar heen. Maar nu komt het eropaan.
‘Jacob, kruip heel rustig terug, zo’n ding klapt niet zomaar uit elkaar. Laat alles liggen zoals het er ligt dan kan er niets gebeuren. Ik trek nu aan je riem, voel je wel?’
Langzaam kruipt Jacob weer terug en even later belt Judith, voorlopig opgelucht, 112.
Leuk verhaal! Dat onschuldige
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
Riny, heerlijk ontspannend
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hallo Mike, … fijn dat je het
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
mw.Marie schreef: Riny,
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol