opdracht # 248 - de paarlen oorbel
'Ik zat op mijn stoel en keek over mijn schouder naar hem. Mijn oor brandde, het gewicht van de parel trok aan mijn lelletje. Ik kon alleen maar aan zijn vingers langs mijn hals denken, zijn duim op mijn lippen. Hij keek naar me maar begon niet te schilderen. Ik vroeg me af wat hij dacht.'
Bovenstaande tekst is een alinea uit het boek 'Meisje met de parel' van Tracey Chevalier.
Een prachtige roman over de schilder Johannes Vermeer met het 17E-Eeuwse Delft als decor.
De schilder heeft haar min of meer gedwongen een paarlen oorbel te dragen, zonder het medeweten van zijn jaloerse echtgenote, de eigenaresse van de parels. Het model, de dienstbode des huizes, heeft het gaatje in haar oor zelf toegebracht met een naald die zij heeft verhit in de vlam van een kaars. Vermeer heeft zojuist het sieraad in haar pijnlijke en opgezette oorlel gestoken. Hij ziet haar lichamelijke en emotionele pijn en liefkoost haar heel even.
Er is tussen hen een onmogelijke aantrekkingskracht. Hij is 'haar meester' en een beroemd schilder. Zij is de jeugdige dienstbode, meid voor alle werk, maar heeft als enige persoon van het gezin (dat bestaat uit zijn echtgenote, hun zes kinderen en zijn schoonmoeder en nog ander personeel), gevoel voor de schoonheid van zijn schilderijen.
Dit is wat zij dacht: (de schrijfopdracht – mijn tekst dus!)
Ik verwacht nu een liefdesverklaring. Maar ik moet hem afwijzen. Als dienstbode ken ik mijn plaats.Toch, ik verlang zo hartstochtelijk naar tederheid en liefde van zijn kant.
“Wat moet ik doen?
Eens zal zijn echtgenote het schilderij zien, mij met haar paarlen oorbel. Door haar vergevorderde zwangerschap kan zij voorlopig de trap niet op naar het atelier. Zij zal in woede uitbarsten en mij op straat zetten. Maar mijn ouders verwachten mijn loon...
(haar vader is door een ongeval blind geworden).
Ik had niet mogen toegeven aan zijn dwingend verlangen voor hem te poseren, om de oorbel te dragen, maar wanneer zijn grijze ogen mij peinzend bekijken bezwijk ik voor hem. Doe ik alles wat hij vraagt.
De tekst in het boek gaat wel een heel andere kant op.
“Je moet de andere ook dragen, zei hij terwijl hij de tweede oorbel pakte en die naar me uitstak. Heel even was ik sprakeloos. Ik wilde dat hij aan mij dacht, niet aan het schilderij.
Hoi Marijcke, ik ben verzot
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Hallo Marijcke, … ik heb
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Hoi! Graag gelezen. Tracy
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Marijcke wat een mooie
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hoi Marijcke, Wat heb je een
Lid sinds
7 jaarRol
Mooi verhaal, kan me de scene
Lid sinds
10 jaarRol
Mooie tekst, hij past
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol