#247 - Darren
Niets helpt beter om je frustraties weg te werken dan wat sloopwerk. Ik til de grote voorhamer op en laat hem met volle kracht op de muur neerkomen. Ik zet een stap achteruit en denk aan het huis dat hier vroeger stond. Het voelde heel vertrouwd aan, maar ik heb het ondertussen herschapen tot een hoop baksteengruis.
Tascha knort. Ze heeft iets zien blinken tussen de stenen. Zonder woorden laat ik mijn hamer vallen. Samen graaien we in het puin om het voorwerp vrij te maken. Tascha is me voor, maar met een snauw eis ik de buit voor mezelf op. Jankend vlucht ze een paar meter van me weg.
Het object dat ze vond, blijkt een kistje te zijn. Tascha weet dat ik sterker ben dan zij is; toch waagt ze het wat dichterbij te komen. Ik grom haar vervaarlijk toe, maar net zoals ik kan ze haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ze kijkt nauwlettend toe wanneer ik het kistje met een tik van mijn voorhamer openklief.
We zijn teleurgesteld als blijkt dat er niets van nut uit te voorschijn komt; geen blinkende voorwerpen die we met onze meesters kunnen ruilen voor voedsel, enkel wat papier dat men vroeger brieven noemde. Waar ze over gaan, weten we niet. Het lezen hebben we verleerd. Dat is iets uit de tijd dat de mensen nog praatten.
Ik heb honger, maar ik ga weer aan de slag. De meesters zullen ons niet laten rusten tot het hele land met de grond gelijk is gemaakt. Tascha raapt één van de blaadjes op die uit het kapotte kistje zijn gewaaid. Ze kijkt gebiologeerd naar de letters op het papier. Ze kan de onsamenhangende brei tekens niet ontcijferen, maar even voelt het alsof ze in een spiegel een flits uit het verleden ziet.
Liefste Tascha,
Amsterdam is gevallen en de vijand rukt verder op naar het Zuiden. Ik heb voor het eerst met mijn eigen ogen een indringer van dichtbij gezien. Gelukkig zat het gewapend glas van de voorruit van onze vluchtwagen tussen het ding en mij, anders had ik je deze brief niet kunnen schrijven. Ik heb direct het gaspedaal zo diep mogelijk ingedrukt. Ik ben over mijn belager gereden, maar ik denk niet dat het ding er iets van gevoeld heeft.
Geloof niets van wat er in het nieuws gezegd wordt. De werkelijkheid is veel erger. De wezens die opdoken vanonder de smeltende ijskappen van de Noordpool, lijken nog het meest op reuzenkakkerlakken. Hun pantser is ondoordringbaar en we krijgen ze met geen enkel wapen uitgeroeid. Technologie hebben ze niet nodig. Hun enige wapen is een priem waarmee ze op de schedel mikken. Word je geraakt, dan is het game over, want het gif dat ze via die priem inspuiten, neemt je hele brein over. Je wordt een willoze dar in hun leger. Wij vechten nu niet alleen tegen die vreselijke insecten, maar ook tegen onze eigen makkers die “bekeerd” zijn.
Ik geef deze brief mee met de luchtpost. Zelf rij ik zo snel mogelijk naar je toe. Pak alvast je koffers. Zodra ik er ben, vluchten we samen verder Zuidwaarts.
Hou je sterk, ik hou van je,
Jonathan
Een futuristisch verhaal.
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Fief schreef: Een
Lid sinds
6 jaarRol
Mooi verhaal, Bruno. Graag
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Bruno wat een supersonisch
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
mw.Marie schreef: Bruno wat
Lid sinds
6 jaarRol
Hallo Bruno, Wat een lekker
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
IngeborgNL schreef: Als ik
Lid sinds
6 jaarRol
Graag gedaan Bruno!
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
Dag Bruno, Wat een heerlijk
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Mooi geschreven verhaal en
Lid sinds
12 jaarRol
Hadeke schreef: Volgens mij
Lid sinds
6 jaarRol
Als je het uitwerkt zoals je
Lid sinds
12 jaarRol