# 116. Het Palmeneiland

Vlucht HV153 naar Zarzis Airport was exact op tijd gearriveerd. Als het drietal de hal uitstapt om aan hun spannend avontuur en de zoektocht naar de ontvoerde vrouw te beginnen, is het meteen duidelijk dat ze, enkele uren van Nederland verwijderd, in een andere wereld terecht zijn gekomen. De taxichauffeurs verdringen zich om een ladinkje op te pikken. Het trio kiest een vriendelijk uitziende taximan van middelbare leeftijd. “Bonjour, hello, guten Tag, goedendag”, verwelkomt de man de drie opgewekt als ze zijn ingestapt. “Très bien, very well, sehr gut, heel goed”, weerkaatst Debby alert. “Aaah, jullie Hollanders zijn? Ik in Roeterdaam gewerkt hebben in haven. Zwaar werk, maar wel goed verdienen. Ik toen leuk gespaard en nu al tien jaar hier taxichauffeur zijn.” De passagiers zijn blij verrast dat ze op deze vrolijke en prettige wijze met de man kennis maken en zelfs in het Nederlands met hem kunnen praten. Als de ritprijs naar hun hotel, inclusief een rondrit over het kleine vakantie-eiland, na stevig onderhandelen, was vastgesteld, ontpopt de man zich tijdens de tocht als een rasechte, vrolijke reisleider. “Ik jullie langs mooie, witte stranden rijden en door gezellige stadjes. Ik ook de in oudheid door Romeinen aangelegde Romeinse Dam naar de Sahara laten zien. Ondertussen ook overal palmbomen te bewonderen. Daarom ons eiland ook Het Palmeneiland heten. Ik ook naar Guellalia gaan. Dat is een heel apart pottenbakkersdorpje in het Zuiden. Daarna ik jullie bij hotel in Houmt Soukh afzetten. Jullie geen spijt krijgen van mijn rondrit.”