Hoe erg is een taalfout?

Een taalfout is een ramp. Stel, je bent tekstschrijver bij een succesvol phishingbedrijf in Nigeria. Je hebt een prachtige tekst geschreven om klanten van ING uit te nodigen om de vernieuwde betaalpas aan te vragen. Je bent creatief en je hebt gevoel voor taal en pas nadat je de tekst tien keer hebt nagekeken, druk je enthousiast op send, waarna 170.000 Nederlanders jouw aantrekkelijke aanbod ontvangen: ‘ING wilt u graag de nieuwe betaalpas introduceren.’

Eerlijk is eerlijk, het was eigenlijk best een goede tekst die de digitale visser mij had gemaild, maar door een paar verdwaalde taalfouten veranderde de keurige bankier in een ordinaire dief. Het is een extreem voorbeeld, maar ik denk dat taalfouten het beeld van de schrijver altijd negatief beïnvloeden. Elke keer denk je onbewust: als de auteur zo slordig is met de vorm, dan zal hij ook wel slordig zijn met de inhoud.

Missers

Anders dan de meeste mensen denken, vormen spellingsfouten niet het grootste probleem in de manuscripten die ik lees. Maar wel de volgende twee soorten:

SamenstellingenDit zijn de hardnekkigste. Samenstellingen zijn de meest voorkomende missers in de manuscripten die ik lees. Misschien komt het door de populaire Engelse taal dat we bijvoorbeeld zijn gaan denken dat je woorden in het Nederlands in principe los van elkaar schrijft, terwijl het tegenovergestelde het geval is.

TypefoutenDit zijn de gemeenste. Iedereen die typt, slaat er wel eens naast. En ironisch genoeg kan elke aanpassing van jezelf, de eindredacteur, de corrector of zelfs de vormgever een nieuwe typefout opleveren. We schrijven, knippen en plakken zo snel, dat we tegenwoordig meer type- dan taalfouten maken.

Is er wat aan te doen? Makkelijker dan je denkt. Iedereen heeft de neiging om steeds dezelfde fouten te maken. Een collega noemde die van mij ooit ‘boltismen’. Zelf tob ik bijvoorbeeld met samenstellingen en heb ik de neiging te frivool te schrijven. Bij elke samenstelling denk ik daarom twee keer na en bij elke versiering tik ik mezelf streng op de vingers. Met andere woorden: als je ze eenmaal kent, kun je je eigen boltismen heel goed voorkomen.

Stoeptegel

Maar ja, probeer eens een boek te schrijven zonder fouten, dat lukt niet. Het is meer dan eens gebeurd dat we bij onze uitgeverij een vers boek uit de doos van de drukkerij haalden en op de eerste pagina die we lazen een fout tegenkwamen – een boek dat uitgebreid door ervaren mensen was geredigeerd, gecorrigeerd en na de opmaak nog een (of twee) keer gelezen. Zo kan het gebeuren dat een fout (vai in plaats van via) door iedereen wordt gemist.

Elke taalfout is een opstaande stoeptegel waar de lezer over struikelt. Zelf krijg ik elke keer buikpijn van een lelijke fout, zeker als hij op een opvallende plek staat. Als ik er een tegenkom in onze eigen boeken, probeer ik maar te bedenken dat een fout bij het schrijven hoort als het schoonheidsvlekje bij Marilyn Monroe. Kun je zien hoe mooi de rest is. Maar als ik een boek van een andere uitgeverij lees, denk ik bij elke typefout aan een harige pukkel, bij elke verkeerde samenstelling aan een tatoeage en na een dt-fout verdenk ik de auteur van kwade bedoelingen. En dan neem ik me voor dat ik het volgende boek een keer extra lees voordat het naar de drukker gaat.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack, gespecialiseerd in originele en toegankelijke managementboeken. Daarnaast is hij uitgever van selfpublishinguitgeverij Dialoog. Geerhard schrijft regelmatig over het schrijven van (management)boeken. Heb je een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem eenmail of maak contact via LinkedIn.

Dossier

Comments

Lid sinds

13 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
YES! De vrijbrief voor mij om te blijven hameren op type- en spelfouten. Voor mij ook een doorn in het oog; dubbel, omdat ik zowel schrijver als vertaler ben. Dus dank, Geerhard. (En nu maar hopen dat dit berichtje geen type- en spelfouten bevat.)

Lid sinds

10 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik geef toe dat je je uiterste best op teksten moet doen, maar er is een reden dat correctoren werk hebben. Niet iedereen is goed in spelfouten zien.