Afbeelding

Peter Herrmann via Unsplash
Peter Herrmann via Unsplash
Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: opa ging vreemd.
Opa of oma overlijdt en nu moet het ouderlijk huis van je volwassen personage worden opgeruimd. En daar, op zolder, verscholen tussen allerlei rommel, is daar een onbekend, gesloten kistje. Met liefdesbrieven die niet aan oma zijn gericht en ook niet geschreven zijn vóór hun huwelijk begon. Opa had een ander, soms zelfs een buitenechtelijk kind. Een hele nieuwe familiegeschiedenis ontvouwt zich.
Dit cliché stoort om twee redenen. De ergste is dat een buitenechtelijke relatie of kind niet zozeer een plotpunt is, maar soms de hele reden dat het verhaal is geschreven. Was dit een hechte, lieve familie? Dat dacht je maar, lezer! Niets is wat het lijkt, bereid je maar voor op spanning en sensatie.
Dat is geen uitgangspunt voor een plot, maar een slechte plottwist. Alleen maar willen choqueren helpt niet om je lezer in je boek te interesseren, zeker niet als je echte plot en personages nog niet geïntroduceerd zijn. Start met de cliché ontrouwe grootvader en beide punten zijn aan de orde.
Ook is er in dit cliché een gebrek aan spanningsopbouw. Piek niet te vroeg met spannende aanwijsbare plotpunten. Als je dat doet, herkent de lezer het cliché vast dat in hoofdstuk 1 of 2 al een wereld op zijn kop komt te staan. Dan wordt je boek dertien in een dozijn en legt de lezer het na vijftien bladzijdes - of eerder- al weg.
Vergeet de magie van fictie en je ziet waarom dit cliché gewoon dom is. Waarom zou opa deze liefdesbrieven niet hebben verbrand, of op zijn allerminst niet ergens bij een vriend bewaren? Nee, ze liggen in zijn eigen huis, waar iedereen, inclusief zijn poetsgrage echtgenote het -oeps!- tegen kan komen…
Dit cliché is een Deus ex machina in een iets betere vermomming dan normaal. Maar het feit blijft dat als de lezer merkt dat iets gebeurt omdat de schrijver dat wil, dat niet in je voordeel werkt. Zeker niet in het begin van een boek. Je loopt dan het risico dat de lezer het al weglegt vanwege de overduidelijke zichtbaarheid van de auteur of gebrek aan originaliteit nog voordat je personage in schok de andere familieleden op de hoogte heeft gebracht.
Ieder minder sympathiek personage heeft ouders, tantes, broers… Anders gezegd: de schok van ‘dit gebeurt in een liefdevolle familie!’ is niet geloofwaardig of groots genoeg om een heel verhaal mee te kunnen dragen. Kijk in plaats daarvan wat opa ertoe heeft aangezet om vreemd te gaan. Misschien was oma wel een tiran, of stond opa in het krijt bij een vrouw met macht over hem die alleen seks als compensatie duldde.
Je hoeft die reden niet meteen superorigineel of overdramatisch te maken. Een reden is een reden. En daarmee waarschijnlijk ook je verhaalthema. Denk aan: ontrouw, misbruik van macht, wanhoop… Als je dat op de voorgrond zet, in plaats van de schok die door de familie gaat, zwak je dit cliché al heel wat af.
Schrijf de redenen en omstandigheden op die opa aanzetten tot vreemdgaan. Koppel er een verhaalthema aan en vat dit samen in een korte (liefdes)brief. Laat duidelijk zien dat er iets niet pluis is, maar blijf tussen de regels door schrijven. Neem daarin ook karaktertrekken of beweegredenen van opa mee.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.