Zo maak je een cliché origineel: onnodige nadruk

Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: onnodige nadruk.

Het cliché

De laatste jaren schrijven steeds meer mensen met zeer korte zinnen zonder werkwoord of onderwerp erin. Een paar van deze zinnen volgen elkaar op. Dan krijg je een bepaald bedoelde spanning: Deur dicht. Hij gaat zitten. Zucht diep. Kijkt haar aan.
Dat wat in deze korte zinnen nadruk moet krijgen, krijgt de aandacht met behulp van grammaticaal onvolledige zinnen of door punten, hoofdletters of uitroeptekens toe te voegen.

Waarom stoort dit zo?

De bedoeling van deze schrijfstijl is dat je bij ieder moment stilstaat om spanning op te roepen. Dat eerste deel slaagt, het tweede niet. In plaats van dat het verhaal op het scherpst van de snede komt te staan, gaat de vaart juist weg. Deze telegramstijl zorgt er inderdáád voor dat je zin voor zin leest, maar wel ten koste van de innerlijke film van het verhaal die in het hoofd hoort te draaien. De lezer blijft eerder de zinnen voor zich zien dan het beeld dat je probeert op te roepen.

De aanloop naar het cliché

Dit cliché ontstaat als je denkt geen aanloop nodig te hebben, terwijl het tegendeel waar is. Stel dat je over een ruzie schrijft waaraan je wil laten merken dat het echt foute boel is, niet zomaar een woordenwisseling. Dan begrijpt iedereen dat het spannend is. De nadruk wordt dan als sfeermaker gebruikt.
Het vervelende van lezers - of van mensen -  is dat ze niet zo meevoelend zijn als we graag geloven. Bij slecht nieuws of een akelige gebeurtenis leven we niet automatisch intens met een ander mee, alleen omdat dat opgeschreven staat.  
Denk aan een overlijdensadvertentie: je schrikt misschien even als een anoniem persoon jong is gestorven, maar vervolgens lees je de krant toch weer gewoon verder.
Om echt mee te leven moet je iemand – persoon of personage-  eerst goed kennen. Vaak slaat deze schrijfstijl die stap over. En zelfs als die dat niet doet, werkt extreme nadruk alsnog niet zo goed.

Goede nadruk leggen: het cliché fiksen

Als een zin een nadruk moet krijgen, krijg je lezer die alleen mee als die vooraf al genoeg met je personages meeleeft en weet hoe diens beleefwereld eruit ziet. Dat gewicht wat je het mee wil geven, is veel te groot voor een enkel leesteken als een punt of een hoofdletter om te kunnen dragen. Daar is meer tijd voor nodig. Om de zwaarte, spanning, angst… van je personage echt te kunnen voelen, moet je juist meerdere zinnen, zo niet zelfs alinea’s of pagina’s besteden aan sfeeromschrijvingen of hoe sterk de emoties aanvoelen. Werkwoorden en onderwerpen in een zin zijn daarvoor juist sterke woorden  om te benadrukken wie het voelt, hoe dat voelt, hoe dat precies gedaan wordt…
Vergelijk eens: ‘De handen op schoot.’ met ‘De handen lagen gevouwen op schoot’ of juist: ‘De handen trilden op schoot.’

Oftewel: zorg ervoor dat je lezer mee kan voelen, in plaats van een afstandje naar het voorval kijkt en de intensiteit van de scène zelf maar moet bepalen, zo niet gokken.

Nu jij!

Schrijf een scène waarin er net een zware beslissing is genomen en de personages even bij moeten komen. Laat die spanning en emotie die nu in de lucht hangt goed naar voren komen met grammaticaal volledige zinnen en voldoende sfeer- en emotie omschrijven die (volledig) uitgeschreven diepgang niet schuwen. Je kan je scène plaatsen in de comments.

Tips voor het vermijden van het cliché

  • Scène- of plotopbouw bestaat niet voor niets. Maak gerust wat meer woorden vrij voor een belangrijk moment.
  • Spanning wordt groter als je er niet aan kan ontsnappen en je langer in dat moment blijft. Lees: als het langer duurt voordat je de woorden hebt gelezen waarmee die spanning beschreven wordt.  

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.

Comments

Een zware beslissing in het Plantenmuseum:

Aan de aaneen geschoven tafels in de kantine was het personeel samengekomen. Sjoerd de museumdirecteur, zat aan het hoofd met zijn puntige snor en dikke rode wangen. Hij was een man met een beleefde gespreksstem en een vriendelijke glimlach. Karin herkenden de suppoosten, alleen de schoonmaakmeisjes waren voor haar onbekenden. 

Zelfs het kantinepersoneel moest aan de tafel plaatsnemen.

Meestal nam Sjoerd voor een belangrijke mededeling ieder personeelslid apart. Ditmaal was het veel belangrijker, want zijn gezicht was alsof er een gorilla uit Diergaarde Blijdorp was losgelaten. 

'De zeldzame plant die vorige maand is geleverd is met 12 cm. per dag gaan groeien en heeft inmiddels het plafond bereikt. Ook bezoekers lopen gevaar door de uitstekende stengels die pijnlijk kunnen steken bij aanraking. De tropische temperatuur hebben hem doen verkleuren in zwartbruine tinten op de bast en bladeren. Een afschuwelijk gezicht en de plant ruikt bovendien naar opgerookte as.’ 

Wel 10 minuten had het personeel nodig om het verwijderen van de zeldzame conifeer te aanvaarden. Sjoerd was ondertussen teruggegaan naar zijn kantoor. 

‘Ik heb trek in een croissantje met glas melk,’ doorbrak Karin de stilte. Ze zag Arjan nadenken en tenslotte zeggen: ‘Het kost met 5 man een halve dag om de grote plant uit het museum naar de straat te verplaatsen.’ 

Dat zou voor Karin met haar zwakke rug niet handig zijn. Ze had de baan als Plantenverzorger gekozen omdat ze goed kon knippen en met haar handen stevig in de aarde kon woelen. Dat de uitgegroeide conifeer überhaupt was aangekocht door Sjoerd zou ze zelf nooit goedgekeurd hebben. Op de eerste verdieping van het Plantenmuseum stonden al allerlei plantensoorten uit Afrikaanse landen en Indonesië. 

‘Minstens 4 om de conifeer bij elke hoek op te tillen volstaat,’ zei Martijn, de museumsuppoost. Eindelijk durfde hij eens een krachtige aanwijzing te geven, dacht Karin, want hij moest altijd beleefd blijven tegen de bezoekers. Dat coördineren was een nieuwe kant van hem. Ze waren het met Martijn eens, de vijfde man moest juist de weg vrij houden, zeker als ze de bruine trap afliepen die gelukkig breed was gebouwd. 

De zon was ondertussen gedraaid waardoor een donkere schaduw over de enorme bureaustoel van Sjoerd viel. 

‘Het is wel een hele operatie, toch zien jullie het nut van het verwijderen van de zeldzame plant zeker in,’ zei de museumdirecteur die weer bij de tafel was gaan staan. 

Karin werd nog net niet misselijk van deze mededeling en stootte snel Arjan aan. Hij was duidelijk niet bij zinnen, ze zag hem liever iedere dag de lange wandeling lopen van begin tot eind, om net als de bezoekers een duidelijk beeld te vormen van de hele collectie planten. Om dan de grootste aankoop af te voeren was eerder een verdrietig moment. Om sterk in je schoenen te staan was het toch verstandiger een traantje weg te pinken? 

‘Ik moet dit even laten bezinken,‘ zei Dap, de andere museumsuppoost. ‘Dit heb ik niet eerder gedaan en heb de juiste motivatie om deze klus aan te pakken nodig, om als een kerel deze plant van de grond te tillen.’ Hij stond op en liep met een verdrietig gezicht naar het grote raam dat uitzicht bood op een klein stadsparkje. Ze keken de museumdirecteur niet aan, wilde liever het voorbeeld van Dap volgen. Droevige gezichten waren het eerste uur zeker nog aanwezig dacht Karin, hopend dat ze na de enorme klus de bereidheid vond om met een herstelde Arjan haar aangenomen werk weer te hervatten. Gelukkig was een gezamenlijk tafelgesprek weer mogelijk geweest.               

Hoi Nico,

Je hebt de informatie uit het artikel goed toegepast. Je zoomt goed in op wat het gesprek zo zwaar maakt voor de personages. Je licht de details van de feiten ook genoeg toe om daar een mooi geheel van te maken. Vergeet niet om show don't tell ook mee te nemen als techniek. Dat raakt in je tekst nog wat op de achtergrond. Maar het verhaal loopt in ieder geval door de afwezigheid van onnodige nadruk.

Groet,

Nadine