Zo maak je een cliché origineel: de vrijgepleite held

Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en de goede weg in te slaan als je tekst naar een cliché neigt. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: de vrijgepleite held.

Het cliché: als iemand anders dat zou doen…

Je held doet iets wat volgens de moralen of regels van je papieren wereld niet mag. Normaalgesproken hangt iemand een straf boven het hoofd: ontslag, strafregels, gevangenisstraf, verstoting van de familie of maatschappij of hij wordt van school gestuurd. Maar dit overkomt de held niet. De tegenstander heeft een slechte advocaat, of “voor deze ene keer zien we het door de vingers…” Kortom: de held ontspringt een dans waar ieder ander personage een (hoge) prijs voor zou betalen.

Waarom stoort dit zo?

Zodra een lezer deze gang van zaken opmerkt, is het overduidelijk dat de schrijver aan de touwtjes trekt. Dat is al vervelend voor een prettige leesbeleving. Maar het doet nog meer kwaad: het berooft het personage van zowel een leerschool als een gelegenheid om te laten zien dat de lezer en de held allebei menselijk zijn. Het is dus zowel een gat in de plot als een verlies aan realisme op meer dan een manier.

De aanloop naar het cliché

Held ontspringt deze dans meestal vlak voor een belangrijk moment in het plot. Denk aan het derde obstakel, wanneer er iets groters op het spel komt te staan of staat. Dan mag de scholier toch wel even ongestraft gaan knokken, als hij daardoor later een handvol mensen kan redden uit de klauwen van een ‘echte’ slechterik?

Het grote geheel gaat vóór een klein detail is een gegeven waar je in fictie gerust gebruik van kan maken. Het voorkomt dat je te geforceerd gaat schrijven en te veel op kleine zaken gaat letten. Dat kan de plot ook op slot zetten. Maar het gaat mis op het moment dat je het als excuus gaat gebruiken om versneld naar belangrijk plotpunt te gaan en het spanningsgehalte te verhogen.

Voorbeeldscène

Held vermoedt dat een vriendje van zijn kind ernstig mishandeld wordt door zijn ouders. Daarom heeft Held dit jongetje in huis genomen. Twee dagen later is het kind als vermist opgegeven, maar Held doet of meldt niets.  Als de politie aan de deur komt om Held te ondervragen wat hij weet, ziet die dat het jongetje veilig en wel terecht is. Die opluchting is zo groot dat de agent vergeet te zeggen dat het ondanks goede bedoelingen misdadig is om een kind te ontvoeren. Of hij zegt: “Ach, Sjaak, ik ken jou: jij bent een goede vent, dus deze keer blijft het bij een waarschuwing.”

Zo kan je het cliché fiksen

Dit cliché is eenvoudig te voorkomen of te herstellen als je een ander denkpatroon aanhoudt. Wat is belangrijker: de spanning van het moment of de geloofwaardigheid van je plot en je held? Minder drama of actie ook betekent niet meteen minder spanning. Een goede invulling van het plot en een goede schrijfstijl kunnen dat compenseren.

Nu jij!

Herschrijf de voorbeeldscène. Held wordt nu wel degelijk door de agent op de vingers getikt. Hoe maak je deze scène alsnog spannend maken op zo’n manier dat de opluchting blijft, maar er wel consequenties zijn voor de misstappen van Held en hij daarvan kan leren? (Vraag de volgende keer eerder om hulp…) Laat maar zien.

 Gebruik je dit cliché? Let dan hierop

  • Bedenk welke soort actie je precies wil of zelfs nodig hebt om de spanning te verhogen. Is het niet buitenproportioneel en heeft het thematisch nog wel met hetzelfde probleem te maken?
  • Dit cliché sluipt er makkelijk in als degene die je held een pardon geeft, daar eigenbelangen bij heeft. Heb je een ander personage dat kan straffen zonder dat het daar zelf iets mee wint of verliest?   

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.