Afbeelding

energepic.com via Pexels
energepic.com via Pexels
Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: de boze baas.
Je held heeft een (kantoor)baan en een baas met een woedeprobleem. Baas is onredelijk, vindt zichzelf veel te belangrijk en schuwt schreeuwen naar zijn ondergeschikten ook niet. Regelmatig is deze baas ook nog een seksistische man die zich schuldig maakt aan seksueel overschrijdend gedrag.
Een seksistische baas die zich zeer ongepast gedraagt, behoeft geen verdere uitleg. Maar er zijn nog andere redenen waarom dit cliché stoort. En dat ligt aan de baas en aan de heldin.
Baas zelf is voor de voortgang van een verhaal storend. Een personage dat extreem koppig, egocentrisch en een schreeuwlelijk is, wil dat alles bij hetzelfde of volgens de eigen regels gaat. Anders gezegd: het risico dat het plot op slot komt te staan is erg groot.
Dan is er nog de boodschap die de boze baas vaak met zich meebrengt. Vaak is de werknemer een heldin die door tegen de baas in te gaan strijdt voor een betere positie van de vrouw (op de werkvloer), en vaak draait daar het hele verhaal dan op. Maar een verhaal dat volledig leunt op één boodschap of moraal, is eerder irritant dan interessant en blijft oppervlakkig.
Of deze boze baas nu in het verhaal is vanwege feministischte redenen of niet, de boze baas is vaak in het verhaal om de held(in) een te makkelijk doel te geven. Als je kan zeggen: “zodra Baas de deur uit is gewerkt, zijn al mijn problemen over,” concentreert je held(in) zich op een ander, in plaats op diens eigen groei. Dat is sowieso minder interessant om over te lezen. Bovendien is de kans te groot dat je held het probleem ook (gedeeltelijk) door anderen kan laten oplossen. Een goed verhaal heeft geen probleem om op te lossen, maar een conflict om van te groeien.
Zowel baas en werknemers moeten op het werk iets voor elkaar krijgen. Hogere verkoopcijfers, de afronding van een project, de concurrent vóór zijn in innovatie… Zorg ervoor dat dit project duidelijk wordt in het verhaal en neem dat ook echt mee in het plotverloop. Noem niet tussen neus en lippen door dat er hogere verkoopcijfers moeten worden gehaald. Neem het verloop van dat project mee in het plot: dan kan je ook laten zien wie je held als persoon is en hoe die daarvan groeit. Want als je held zomaar iets zitten te tikken achter het bureau of met twee vingers in de neus dit project voor elkaar krijgt, is misschien niet alleen de boze baas het probleem in dit verhaal.
Maak de baas niet zozeer opvliegend, maar gluiperig of stiekem. In een boek maakt dat een baas veel enger en gemener dan wanneer je hem regelrecht woedend maakt. Dat komt omdat ‘grotere’ emoties makkelijker ongeloofwaardig overkomen in een boek door een gebrek aan opbouw. Wil je hem wel opvliegend maken, zorg dan voor een goede opbouw in die boosheid: laat de baas dus boos wórden in plaats van altijd maar boos zíjn.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen. Ze geeft ook een cursus dialogen schrijven.
In het komende nummer duiken we in de wereld van de historische roman!
Hoe kreeg Geus dit voor elkaar? Ze vertelt het in het komende nummer & geeft tips voor het schrijven van een serie.
De eerste zin is de belangrijkste van je verhaal. Lees de tips + opdrachten in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Niet veel romans gebruiken de jij-persoon, waarom zou je dat doen? Je leest het in het komende nummer!
Over het vinden van inspiratie, het ontwikkelen van je eigen schrijversstem, en over de ziel van het personage.