Afbeelding

Gekleurde pennen

Foto: Jessica Lewis op Pexels.com

Zo krijg jij een vlotte schrijfstijl

Je kent het vast wel, de term vlot, veelvoudig terugkerend in reviews. ‘Het boek las vlot en ik heb het in één dag uitgelezen.’ ‘Het was fijn en makkelijk door te komen, vanwege de vlotte stijl.’ ‘De vlotte schrijfstijl zoog me in het verhaal.’ Voor veel lezers is een vlotte stijl een groot pluspunt. Maar wat is nu precies die vlotte schrijfstijl en hoe pas je die toe? Lees hier vijf tips.


1. Actief schrijven

Vermijd zinnen die onnodig passief zijn. Passieve zinnen herken je vaak door het gebruik van ‘worden’. Een voorbeeld:   

Passief: Ik word omvergeblazen door de wind, waardoor ik tegen de stenen smak.
Actief: De wind blaast me omver en ik smak tegen de stenen.

In dit voorbeeld zie je dat de tweede zin minder ruimte inneemt en sneller leest, maar wel hetzelfde zegt. De tweede zin is ook simpeler geformuleerd, wat vaak een teken is van een vlotte stijl. Je zinnen hoeven niet allemaal eenvoudig te zijn, maar maak ze niet moeilijker dan noodzakelijk.

2. Korte zinnen

Alles wat overbodig is kan je weglaten, zoals je ook in het eerste voorbeeld ziet. Woorden die een zin vaak onnodig lang maken zijn: moeten, kunnen, willen, voelen en lijken. Om bij het voorbeeld van de wind te blijven:

Lang: Ik voel de wind langs mijn gezicht strijken
Kort: De wind strijkt langs mijn gezicht.

Op het eerste oog lijkt de tweede zin niet beduidend korter, maar toch leest die een stuk makkelijker. Het woord ‘voel’ is hier overbodig, omdat het ook in de tweede zin duidelijk is dat de ik-persoon dit voelt.

3. Informeel

Een vlotte stijl gaat meestal gepaard met informele woordkeuze. Soms heb je de neiging om andere woorden te gebruiken als je schrijft en niet praat. Tot op zekere hoogte is dit niet erg, maar zorg wel dat het vlot blijft. Veelvoorkomende formele woorden die makkelijker kunnen zijn: echter, daarentegen, danwel en enkel. 
Ook al staat het op papier, zulke woorden zijn meestal niet nodig. Vaak schrijf je vanuit het hoofd van een personage, en geef toe: hoe vaak denk jij ‘echter’ of ‘daarentegen’? 
Op Onzetaal staat een handige lijst met woorden die informeler en dus vlotter kunnen. Merk je dat je een van deze woorden herhaaldelijk gebruikt? Kijk dan of het alternatief jouw verhaal vlotter maakt.

4. Het Hij-Hij monster

Wat is het hij-hij monster? Dit is de regel dat je vrijwel nooit twee zinnen achter elkaar met hetzelfde woord begint. Wissel je zinsbouw af en lees een stuk dat je geschreven hebt hardop voor om te horen of het lekker loopt. Merk je dat je wel meerdere zinnen achter elkaar met hetzelfde woord begint? Verzin dan een alternatief. Dit komt de afwisseling van je zinsbouw ten goede.
Niet alleen afwisseling van zinsbouw, maar ook van woordkeuze is belangrijk. Merken jij of je proeflezers dat je stopwoordjes hebt? Dan is www.synoniemen.net een goede site om je te helpen deze te vervangen.

5. Schrappen

Tot slot wordt met ‘vlotte stijl’ vaak bedoeld dat het verhaal vlot leest. Meestal is dit niet alleen aan de stijl te danken, maar ook aan het plot. Daarom is het ook voor het schrijven van een vlotte stijl goed om te kijken wat je kan schrappen. Een mooie vraag om aan te houden: heeft de scène een functie? Zo niet, schrap hem dan. Dit maakt het verhaal sneller en daarmee ook vlotter.


Afbeelding

Covers marketing

Meer schrijftips en adviezen?

In iedere editie van tijdschrift Schrijven Magazine delen we tips, trucs & adviezen van bekende auteurs en schrijfdocenten. Leerzaam!
Nog geen abonnee?

Meld je aan!

Techniek