Afbeelding

Young adult schrijven

Foto: Eliott Reyna via Unsplash

Young adult schrijven: 10 elementen om op te letten

Omdat ik het fijn vind om te blijven leren, volg ik momenteel de opleiding Young adult schrijven aan de Schrijversacademie. Mijn docent (en collega), Jowi Schmitz, is schrijfster van de bekroonde YA-roman Weg. Samen met haar ontdekken wij, de studenten, wat young adult betekent of kan betekenen. Het genre is vrij nieuw, er wordt nog druk gediscussieerd over wat het nu wel of niet is.
De voorbije maanden las ik aardig wat young adult-boeken. Ze hadden een aantal dingen gemeen.

1) Het hoofdpersonage

In sommige verhalen draait het allemaal om een monster of een dier, maar in de meeste YA-romans is de hoofdpersoon een jongere die zichzelf aan het ontdekken is. Hij of zij is op zoek naar iets of naar iemand, naar een manier om te leven. Vaak is het personage met zichzelf bezig. De ontwikkeling van de eigen identiteit staat centraal. Denk maar aan Aza Holmes uit Schildpadden tot in het oneindige van John Green. Zij analyseert op obsessieve wijze haar gedachten.

2) Tempo 

Het tempo is stevig maar niet altijd. Zo ligt het tempo in bovenvernoemde roman van John Green niet echt hoog. Binnen de psychologische variant van het YA-genre ligt het tempo meestal lager dan bij de variant die verpakt is als avonturenverhaal (je hebt YA-thrillers/-sciencefiction/-fantasy).

3) Waarover gaat het?

De verhalen zijn dramatisch. De emoties lopen flink op. Geen verstilde vertellingen dus, geen grijstinten. Personages worden verliefd, ze worstelen met hun seksuele geaardheid, ze verliezen een ouder, een geliefde. Of: ze dienen de wereld te redden of toch op zijn minst hun dorp of hun clan.

4) Perspectief

Vaak zijn ze geschreven in de ik-persoon. De verteller is soms rap van tong, misschien wel in navolging van de populaire boeken van John Green. In avonturenromans met een panoramische opzet vind je meer hij/zij-vertellers. In Het gouden kompas gebruikt Philip Pullman een alwetende verteller.

5) Dialogen

De lezers willen dicht op de actie zitten. Ze willen meeleven met de hoofdpersoon, misschien identificeren ze zich wel met hem of haar. Dialogen zijn de uitgelezen manier om de afstand tussen personage en lezer te verkleinen. Zo komt het verhaal in Angie Thomas’ geëngageerde roman The Hate U Give tot leven dankzij de talrijke dialogen.

6) Humor

Hoe heftig de emoties ook oplopen, humor speelt in YA-romans een grote rol. Lees bijvoorbeeld Brei met mij van Evelien De Vlieger. De gebeurtenissen zijn intens, maar de komische blik van de verteller zorgt ervoor dat het nooit larmoyant wordt.

7) Noem de dingen bij hun naam

YA-romans gaan over ziekte, dood, seks. De personages praten zoals tieners dat in het echte leven doen. Zo las ik in het onvertaalde The Taste of Blue Light van Lydia Ruffles: 
‘Jade is so lucky she got to hook up with Matty. I would totally gob-job him.’

8) Onderschat je lezer niet

Het is opvallend hoe dikwijls schrijvers van YA-romans verwijzen naar kunst en popcultuur. Veelal gaat het om referenties die hun lezers wellicht niet kennen. Zo worden er in Eleanor & Park popbands genoemd die niet hedendaags zijn. Melissa Albert heeft het in Hazelwoud over de korte verhalen van Lorrie Moore, een literaire auteur voor volwassenen. In The Taste of Blue Light wordt de schilder Mark Rothko meermaals vernoemd.

9) Instagram en snapchat

Veel auteurs van romans voor volwassenen houden er niet van om hun personages te laten spelen met hun mobiel. Als schrijver van YA-romans kom je er niet onderuit: je personages staan met beide benen in deze wereld. Daar hoort online zijn bij. Tenzij ze rondwandelen in een historisch (fantasy)decor natuurlijk.

10) Originaliteit is niet het hoogste goed

Net als bij romans voor volwassenen heb je literaire en minder literaire varianten van het genre. Bij de minder literaire is herkenbaarheid essentieel. Lijkt je personage een beetje op Hermione uit Harry Potter? Of op Simon uit Simon vs de verwachtingen van de rest van de wereld? Geeft niet. Veel lezers vinden dat juist fijn.
Ook op het vlak van plot hoef je niet per se op zoek te gaan naar dat ene verhaal dat nooit eerder is verteld. Als het resultaat maar intens, emotioneel en meeslepend is.

Oefening

Maak een schets van je hoofdpersonage. Verzin een leeftijd voor hem of haar, een woonplek. Gaat zij/hij naar school? Wat houdt hem/haar sterk bezig? 
Schrijf nu een fragment in de eerste persoon. Suggereer wat hem of haar bezighoudt. In het fragment ontmoet je personage iemand die belangrijk wordt in het verhaal.

Over de auteur

Kathy Mathys is schrijver, literair journalist en docent creatief schrijven.
 

Dit artikel verscheen in Schrijven Magazine editie 5 van 2018. 

Techniek