Wat als je personage iets fout doet?

Zoveel personages, zoveel uitwerkingen. In de tipreeks ‘Wat als?’ worden er veelvoorkomende scenario’s die personages overkomen onder de loep genomen. Zo leer je een algemeen gegeven uit te werken op een manier die perfect bij jouw unieke personage past. Deze week: Wat als je personage iets fout doet?


Je hebt in je verhaal een fantastisch personage, maar waarschijnlijk ook een die je niet zo sympathiek vindt. Dan is het verleidelijk om te denken dat dat personage ongelijk heeft of fout zit. Is dat zo en wat doe je dan? 

Persoonlijke waarheid staat voorop

Als je een personage realistisch uit de verf wil laten komen, dan is het belangrijk om diens persoonlijke waarheid als uitgangspunt te nemen. Dat houdt in: dat wat jouw personage beleeft, is voor hem hoe de wereld in elkaar zit. Lees: wat de waarheid is.  

Je schrijft over een moeder die haar kinderen mishandelt. Dat doet ze uit onmacht, niet omdat ze het leuk vindt om haar kinderen te slaan. Haar waarheid is dan: ik doe niets fout, alleen mijn uiterste best. Objectief gezien heeft ze ongelijk: ze doet iets fout. Maar als je doet alsof Moeder dat ook weet en dat hoort op te lossen (want als je weet dat je iets verkeerds doet, probeer je dat op te lossen), dan heb je twee opties:

  • ze is zodanig geestesziek dat ze het leuk vindt om haar kinderen te kwellen (waarschijnlijk niet het verhaal dat je wil vertellen);
  • als ze beter weet, het goed bedoelt en het geen onmacht is, waarom gaat ze er dan mee door? Dat snijdt geen hout. Daar wordt je personage en ook je verhaal alleen maar verwarrend van.  

Goedpraten? Nee, verklaren!

Het is ontzettend belangrijk dat je weet dat goedpraten en verklaren twee héél verschillende dingen zijn. Schrijven wordt sowieso ondoenlijk als die twee dingen hetzelfde zouden zijn. Hoe kom je anders nog aan een antagonist? Maar in het geval van zaken of personages die je aanstootgevend vindt, moet je dat verschil nog maar eens extra in je oren knopen. Om jezelf geen schuldgevoel aan te praten, maar ook om te voorkomen dat je personage eendimensionaal wordt. 

Als je personage iets doet waar je van walgt, probeer dan zo goed mogelijk te bedenken wat iemand tot zulke acties aan kan zetten. Is er sprake van indoctrinatie, financiële problemen, een gebrek aan opvoeding of mentale problemen? Meestal kan je wel een logische verklaring vinden. Onderzoek dan óók hoe de oorzaak is ontstaan. Als je de achtergrond weet en hier en daar ook uitwerkt, maakt dat je personage als vanzelf steviger. 

Een lesje leren

Je personage zal echter wel een lesje moeten leren. In de letterlijke zin, of de meer spreekwoordelijke zin waarin iemand wraak neemt vanwege zijn acties. Medepersonages bieden een uitkomst. Laat hen een wenkbrauw optrekken als je personage iets raars doet. Andere personages kunnen ook in protest komen. Zo voorkom je dat je foutieve dingen alsnog goed lijkt te praten. En vergeet ook niet dat jij God van de geschreven wereld bent. Als je personage niet van anderen kan leren, dan misschien maar door een wake-up call door een ongeluk? Of neem iets dierbaars af om je personage wakker te schudden. Jij bent de baas over wat er gebeurt. Wees daarbij wel waakzaam op clichés of Deus ex Machina

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool.