Afbeelding
Foto: Ann H via Pexels
Foto: Ann H via Pexels
Zoveel personages, zoveel uitwerkingen. In de tipreeks ‘Wat als?’ worden er veelvoorkomende scenario’s die personages overkomen onder de loep genomen. Zo leer je een algemeen gegeven uit te werken op een manier die perfect bij jouw unieke personage past. Deze week: Wat als je personage tegenslagen te verduren krijgt?
Tegenslagen heb je in alle soorten en maten en er zijn evenveel manieren om je daarover te uiten. Boosheid komt dan vaak voor. Boosheid over tegenslag kan je grofweg in drie groepen onderverdelen. Zodra je weet in welke groep de boosheid thuishoort, kan je dat handig toepassen in je verhaal.
Dit is de meest ‘onschuldige’ manier van boosheid. Mokken gebeurt als je personage zijn dag niet heeft, of zich ergert aan kleine dingen. Denk aan dingen als:
“Hé verdorie, de koekjes zijn alweer op…”;
“O, jippie, alweer regen vandaag… Ik heb al drie weken geen fatsoenlijke zon gezien.”;
Naar de supermarkt gaan en je portemonnee vergeten;
Een lange rij voor de achtbaan in het pretpark.
Mokken kan goed werken voor je verhaal, of helemaal niet.
Als je personage af en toe eens mokt, maak je een personage op een eenvoudige manier realistisch(er). Als je hoofdpersonage iemand is die te pas en te onpas loopt te mokken, maak je het jezelf onnodig moeilijk. Iemand die steeds mokt, zal niet snel in actie komen om iets te veranderen. Een held van een verhaal kan niet te passief zijn, want daarmee zet je geen centraal conflict in gang.
Hoe dan ook, wees zuinig met ‘mokbuien’ van een personage.
Boosheid is een vervelende emotie, maar daarmee niet altijd onterecht. Als je personage door zijn wederhelft geslagen wordt – omdat zijn vrouw zijn salaris te laag vindt, bijvoorbeeld – dan is het juist goed dat je personage boos wordt: dat getuigt van een bepaalde eigenwaarde. (“Ik verdien misschien geen ton per jaar, maar dat geeft je niet het recht om me te mishandelen!”)
Gebruik die eigenwaarde in je voordeel om te laten zien wat voor ‘verborgen krachten’ je personage nog meer heeft: wat kan en durft hij in gang te zetten zodra er onrecht of onraad is? Waarschijnlijk schuilt er iets in je personage dat verandering in gang wil zetten. En verandering is altijd goed, want het zet een verhaal in gang, of houdt een verhaal aan de gang.
Woekerende woede of verbittering treedt op wanneer je personage iets vervelends is overkomen en hij zich er niet overheen kan zetten. Dat kan iets kleins zijn (een vriend die een verjaardag vergeet) of iets groots (Je personage heeft in een Duits concentratiekamp gezeten en wordt nog steeds kwaad als hij een Duitser ziet.) Maar of het iets groots is of iets kleins, de woede terecht is of niet, doet eigenlijk niet ter zake. Dit soort woede is namelijk vooral handig om je personage beter te leren kennen. Wat zijn de karaktertrekken, omstandigheden en gebeurtenissen die op je personage van toepassing zijn die ervoor zorgen dat je personage in die verbittering blijft hangen en het verleden maar niet achter zich kan laten? De informatie die je krijgt als je naar deze antwoorden op zoek gaat, zijn waardevol gedurende het hele schrijfproces, niet alleen als deze verbittering boven komt drijven.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!