Tien onaantastbare rechten van de lezer

Tien onaantastbare rechten van de lezerIn zijn bestseller In een adem uit… beschrijft Daniel Pennac tien onaantastbare rechten van de lezer. Pennac was leraar Frans en hij signaleerde bij zijn leerlingen een weerzin tegen lezen. Dit zal ons niet onbekend voorkomen en daarom is het voor schrijvers wel eens goed, de rechten van de lezer te (er)kennen.

1. Het recht om niet te lezen

Lezen is geen morele verplichting. Was het dat wel, dan zou het risico bestaan dat boeken zelf op hun morele gehalte werden beoordeeld. Dat zou ertoe kunnen leiden dat schrijvers beknot werden in hun vrijheid om te creëren. Met andere woorden, zegt Pennac, de vrijheid om te schrijven is onverenigbaar met de plicht om te lezen.  

2. Het recht om bladzijden over te slaan

Je lezer mag in jouw boek lezen wat hij verkiest. Wat hem niet aanstaat, wat hij niet leuk vindt, wat hij niet begrijpt: hij mag het overslaan. Deze vrijheid kan het leesgenoegen enorm bevorderen.  

3. Het recht om een boek niet uit te lezen

Er zijn tig redenen waarom iemand een boek op zeker moment laat liggen. Misschien is hij er nog niet rijp voor. Mensen rijpen, boeken niet. Het boek kan wachten tot zijn lezer eraan toe is. En als hij er niet aan toekomt? Of een boek gewoon niet leuk vindt? Dan leest hij het niet! Dat mag.

4. Het recht om te herlezen

Mensen herlezen bepaalde verhalen om dezelfde reden dat ze bepaalde muziek vaak beluisteren, of bepaalde films herbekijken: om het prettige gevoel dat ze erbij hadden, nog eens te beleven; om een verhaal van een andere kant te bezien; om zich te verheugen over iets wat er gewoon is - en blijft.

5. Het recht om wat-dan-ook te lezen

Er zijn, zegt Pennac, goede en slechte boeken. Slechte boeken noemt hij ‘industriële literatuur’. Dat zijn boeken die aan de lopende band worden geproduceerd omdat geacht wordt dat ze door een groot publiek en masse worden ingeslagen. Het zijn boeken die niet uit creatie ontstaan, maar uit ingevulde sjablonen, en met één oogmerk: winstmaximalisatie. Deze boeken zijn uit op een simplificatie die niet strookt met de werkelijkheid. Toch mogen mensen ervoor kiezen. Zoals in #3 genoemd werd: mensen rijpen. Op enig moment kunnen ze trek krijgen in leesvoeding, in plaats van in leessnacks. En zo niet: ook goed.

6. Het recht op bovarysme

Madame Bovary, wie kent haar niet? In onze tijd heet ze Anastasia Steel (uit Vijftig tinten grijs), en voor de mannen had je vroeger Jerry Cotton. Pennac noemt de ademloze begeerte naar deze onvervalste romantiek ‘bovarysme’. Het zijn verhalen vol stereotypen, die op een dag door de lezer zelf verjaagd zullen worden. Maar waarom zou hij die boeken niet mogen lezen? Ze horen bij een periode in zijn leven, waarop hij vermoedelijk later met een weemoedige glimlach op terug zal kijken.

7. Het recht om waar-dan-ook te lezen

Lezen is iets intiems en kan tegelijkertijd verslavend zijn: eenmaal begonnen in een boek kun je het soms niet meer wegleggen. Ooit begon ik in de streekbus in een thriller van Belinda Meuldijk. Nadat ik in Hattem, waar ik een belangrijke afspraak had, uitgestapt was, liep ik lezend door de stad, struikelend over losse stoeptegels, nageroepen door velen. Pennac zelf las in diensttijd de Volledige Werken van Gogol op het toilet.

De overige drie onaantastbare rechten

In het zeer toegankelijk geschreven In een adem uit… noemt Pennac tien onaantastbare rechten van de lezer. De laatste drie mag je zelf ontdekken. Het boek, dat in 1992 verscheen, is te verkrijgen via boekwinkeltjes, antiqbook en bol.com.

Door Thérèse Major 

Thérèse Major is auteur en schrijfcoach. Haar werk verscheen bij o.a. de uitgeverijen Querido en Nieuw Amsterdam. Bij Schrijven Online verzorgt zij de cursus Literair proza schrijven, kun je dat leren? en Ieder kind kan verhalen schrijven. In de Taalwerkplaats Drenthe organiseert zij o.a. elke eerste zondag van de maand een Schrijverscafé.

Techniek