Afbeelding

Pixabay.com

Taalpolitie: Wanneer gebruik je een tussen-n?

Er zijn weinig letters die zoveel verwarring oproepen als de letter ‘n’. Om specifieker te zijn, de zogenoemde ‘tussen-n’. Hiermee wordt de ‘n’ bedoeld die twee woorden samenbindt tot één geheel. Denk hierbij aan het woord ‘pannenkoek’. Of is het toch pannekoek? Zelfs binnen de Spellingswijzer van Onze Taal is hier nog ruimte voor discussie. Beide worden namelijk geaccepteerd. Wij helpen je met wat handvatten wanneer de tussen-n wel of niet gebruikt mag worden:

Wel een tussen-n:

-Als de twee woorden die je verbindt leiden tot een letterlijke, concrete betekenis. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een hondenhok, of een kattenbak. Je bedoelt letterlijk een hok voor honden, of een bak voor katten. Een boekenbon valt bijvoorbeeld ook binnen deze categorie, namelijk een bon voor boeken.

-Wanneer je duidelijk wilt maken dat je meerdere ‘exemplaren’ van het eerste deel van het woord bedoelt. Bijvoorbeeld secondenlang. De implicatie is dat je sowieso meerdere seconden bedoelt wanneer je dit woord gebruikt. Een messenrek is hier ook een voorbeeld van. Je bedoelt immers een rek met meerdere messen.

-Als het eerste deel van het woord op één of meer personen slaat. Weduwenpensioen krijgt een tussen-n, omdat een weduwe een persoon is. Daarom krijgt het woord artsenpost ook een tussen-n. Maar ook een woord als mensenhand krijgt een tussen-n.

Geen tussen-n:

-Je gebruikt geen tussen-n als het eerste deel een woord is zonder meervoud, of waar het meervoud zeer ongebruikelijk is. Woorden als benzine of tarwe krijgen dus geen tussen-n als je ze gebruikt in woorden als benzinepomp of tarwebrood.

-Het eerste deel van het woord geen zelfstandig naamwoord is. Vaak is dit dan een bijvoeglijk naamwoord of een werkwoordstam. Een voorbeeld van een eerste deel dat bijvoeglijk gebruikt wordt, is het woord hogeschool. Een voorbeeld van een eerste deel dat een werkwoordstam bevat, is het woord knarsetanden.

-Wanneer de samenstelling zo veel gebruikt wordt dat de oorspronkelijke letterlijke betekenis niet meer herkenbaar is, of nog wordt gebruikt. Enkele voorbeelden zijn woorden als bolleboos, ruggespraak, schattebout, etc.

-Wanneer het woord dat je gebruikt doet denken aan slechts één exemplaar. Denk hierbij aan ruggegraat of kerkeraad.

-Als het woord eindigt op -lijk, -achtig, -lings of -ling. Voorbeelden hiervan zijn woorden als landelijk, sekteachtig, ruggelings en ellendeling.

-Een regel met enkele uitzonderingen is wanneer een woord eindigt op -loos. Meestal krijgt het woord geen tussen-n. Denk maar aan hopeloos, vreugdeloos, etc. Maar als een woord dat eindigt op -loos het idee opwekt dat het gaat om meerdere ‘exemplaren’, dan komt er vaak -en- tussen. Denk hierbij aan ideeënloos, of conceptenloos.

Verschillende betekenissen

Soms is het zowel mogelijk om de tussen-n op te schrijven als weg te laten. Deze woorden nemen dan een andere betekenis aan. Zowel grenzeloos als grenzenloos zijn mogelijk. Door de tussen-n wordt de betekenis veel letterlijker. Grenzeloos kan je gebruiken om aan te geven dat iemand grenzeloos optimistisch is. Het woord grenzenloos betekent echter zonder letterlijke grenzen.

Bron: OnzeTaal.nl