Afbeelding

Het beste hoofdpersonage

Foto: Pexels

Maak van je hoofdpersonage het personage van je dromen

Niets zo leuk als de lezer verrassen, hem of haar op het verkeerde been zetten. Je kunt een brave huisvader een moord met voorbedachten rade laten plegen. Je kunt een verslaafde hoer, karaktertrekken van moeder Theresa geven. Je kunt een haan een ei laten leggen. Echter op één voorwaarde: zorg dat de lezer het slikt. Als je in je verhaal een huis-tuin-en- keukenman die braaf naar zijn werk gaat, lief is voor zijn vrouw en met de kinderen speelt, een uitgekiende moord laat plegen waar een professional een half leven op geoefend heeft, dan moet je ervoor zorgen dat je lezer dat slikt. 


Vermijd het pad van clichés 

Als je protagonist een ‘gevallen vrouw’ is die zich enkel staande kan houden met harddrugs en deze financiert met lichamelijke hand- en spandiensten en je wil deze Florence Nightingale-allures meegeven, daag jezelf dan uit om het aangestampte pad van clichés te vermijden. En een haan die een ei legt? Wel, laat je verhaal daar eens mee beginnen: Die ochtend krabde boer Krelis zich verbaasd het kalende hoofd: had zijn haan nu net een ei gelegd? Akkerdju … de vogelgriep sloeg wel heel ongenadig toe.

Zorg dat je lezer niet afhaakt

Eigenlijk kan alles, zolang je je lezer meekrijgt. Dat is het Alfa en Omega van een Goed Verhaal. Wanneer haakt de lezer af?
•    Als je hoofdpersonage een eenvoudige fabrieksarbeider is die tijdens een gesprek losjesweg zomaar eventjes de ontstaansgeschiedenis van Guatemala uit zijn mouw schudt, compleet met jaartallen, chronologische opvolging van de presidenten en een diepzinnige analyse over de verschillende conflicten (vakterm: infodump)
•    Als in een middeleeuwse vertelling iemand (eender wie, koning, ridder, boer of pauper) zich laat ontvallen: ‘fuck zeg’ (vakterm: anachronisme. In de volksmond ook wel genoemd: huh?!)
•    Wanneer bij een buitenaardse invasie de aliens zeven ogen hebben en in een volgend hoofdstuk knipogen met een achtste (vakterm: inconsequentie)

Je hebt voor ogen wie je hoofdpersoon is. Achtergrond, leeftijd, successen en mislukkingen, wensen, verlangens, spijt, de hele handel. Je weet ook hoe hij spreekt, zijn stopwoordjes, zijn tics. Hoe hij loopt: kaarsrecht, wat voorovergebogen. Hoe en waar hij behaard is, of hij hygiënisch is of nogal schmutzig… 

Speel met je personage

Verplaats je hoofdpersoon eens naar een ander beroep, een andere sociale klasse, een andere tijd of een ander geslacht. Blijft je karakter zichzelf? Herken je hem of haar nog, ook al draagt hij een boerenkiel, een kroon of een uniform? Verandert zijn idioom (taaleigenheid)? Plaats hem in een levensbedreigende situatie, in een stomende seksscène, in een gênante situatie. Voor een klas, tussen collega’s, tussen hoogwaardigheidsbekleders of in een bedompte grot vol holbewoners. Dol met hem, mat hem af, daag hem uit, liefkoos hem en geef hem een pak slaag. Als je hem dan nog adoreert, heb je de liefde van je leven gevonden, of liever, het hoofdpersonage van je dromen. Maakt het jou wat uit dat hij lelijk is als de nacht. Hij staat er, is jouw creatie en jouw ambassadeur van je entree in de dolle, onverschillige, hartverheffende jungle van het boekencontinent.

Meer weten? Lees Schandalig Schrijven!

Techniek