Drie-aktenstructuur: het eerste obstakel

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week het eerste obstakel, waar de held voor het eerst moet laten zien wat die echt waard is.


Zo ziet het schema eruit:

Afbeelding

Thee act structure

Waar staat dit verhaalelement?

Het eerste obstakel komt na de eerste clue. Dat was het eerste echte moment dat de held in actie moest komen. Maar toen heeft de held slechts laten zien dat die zich ergens voor wil inzetten. Nu komt het eerste obstakel dat zegt: “Bewijs dat nu dan ook maar in daden.”

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

De lezer weet wat er op het spel staat, dat is in de clue duidelijk geworden. Een lezer weet intuïtief  dat in een verhaal niets zonder slag of stoot gaat. Met andere woorden: dat er een obstakel aankomt. Dat moet meteen na de eerste clue komen. Er is niets zo saai als wachten op een tegenslag waarvan je weet dat die toch gaat komen. Denk aan de vergelijking met de gladiatorenarena uit het vorige artikel. Stel dat een gladiator in de arena in vol ornaat de arena instapt en vervolgens de mededeling klinkt: “Beste toeschouwers, nog even geduld alstublieft, de tegenstander heeft zijn broodje kaas nog niet op.”
Dat is funest voor de spanningsboog en bovendien zou je het personage de kans geven om de arena uit te rennen. Die twijfels heeft het in het derde verhaalelement al gehad. Het duurt nog even voordat die weer terug mogen komen.

Plaats van het obstakel in het schema

Je ziet in het schema onder de twee obstakels ‘ascending action’ staan. Dat is de oplopende spanningsboog. Zie je dat die gestaagd omhoog loopt? Het eerste obstakel is een soort test: je held zal zich al wel moeten bewijzen, maar loop niet te hard van stapel.
Als een uitverkoren boerenjongen uiteindelijk de hele wereld moet redden, is hij in de eerste clue naar het paleis van de koning vertrokken. Zijn eerste obstakel is het trainingskamp waar hij een zwaard leert te hanteren en met dat wapen mag oefenen op een strooien vogelverschrikker.
Het eerste obstakel is wel degelijk serieus: als de boerenzoon niet eens een dummy kan verslaan, dan heeft het land een groot probleem. Maar bedenk ook dat meteen na het eerste obstakel het tweede volgt. Je held krijgt dus geen tijd om uit te rusten tussen de twee obstakels in. Het eerste obstakel is het zoeken van de balans tussen ‘serieuze oefening’ en ‘zoetjes aan beginnen aan de missie.’

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

Het is hier handig om te weten waar je personage zelfvertrouwen uit haalt, door gemotiveerd wordt of aan wie het hulp vraagt als het ergens vastloopt of iets toch nog niet helemaal durft. Je personage móet verder, er is geen weg terug. Als je weet waar het energie uit kan halen, dan kan je je personage daarmee motiveren. Zorg ervoor dat je personage er zin in blijft hebben. Net als je lezer weet je personage ook dat nog niet alles over is na dit eerste obstakel. Zorg er dus voor dat het vooruitzicht op meer of grotere uitdagingen ook voor je personage behapbaar blijft.

Wat moet je geheimhouden in dit verhaalelement?

Je personage mag weten wat diens einddoel is, zoals een koene ridder weet dat hij de draak moet verslaan. Maar het mag niet doorhebben hoe gevaarlijk dat daadwerkelijk is of kan worden. In dit eerste obstakel moet het optimisme of de naïviteit betreft het avontuur aangaan de overhand houden bij het personage.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool. 

Techniek