Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Je schrijversstem is de verzameling van alle elementen waaraan lezers een tekst kunnen herkennen als de jouwe. Het is belangrijk om die na verloop van tijd te ontwikkelen. Zo zorg je ervoor dat je opvalt en herkenbaar wordt tussen alle andere schrijvers. Hoewel je een unieke schrijversstem niet kan afdwingen, zijn er wel een aantal factoren die je kan uitzoeken om te zien wat er bij jouw manier van schrijven past. Als je je daar bewust van bent, komt je schrijversstem meestal vanzelf, als je maar genoeg blijft schrijven.
Schrijf je met veel ingewikkelde woorden, of laat je je personages juist in straattaal praten? Dit kan natuurlijk per verhaal verschillen, maar als schrijver ontwikkel je meestal wel een bepaalde voorkeur voor taalgebruik of taalniveau. Schrijf je teksten die iedereen kan begrijpen, of wil je juist de meer intellectuele lezer uitdagen?
Als je voor hoogopgeleide lezers schrijft, kan je makkelijker met lange zinnen strooien. Dat zal je niet zo snel doen als je voor een algemeen publiek schrijft. Een goede afwisseling van korte en lange zinnen is dan verstandiger. Maar als je vaak langere zinnen schrijft en dat goed doet, heeft dat invloed op je schrijversstem. Meestal gaat dat niet onopgemerkt: literaire schrijvers gebruiken vaak (maar niet altijd) langere zinnen. Daardoor wordt het begrip literair schrijven onderdeel van een schrijversstem. Ga maar na: je zou Gustav Flaubert niet snel in eenvoudige zinnen zien schrijven over een gelukkig gezinnetje, aangezien zijn bekendste werk gaat over meervoudig overspel geschreven in hele lange, beeldende zinnen.
Sinister, humoristisch, luchtig, wijs, fantastisch… Je kan een tekst talloze tonen geven. Ook hier zal je merken dat een schrijver vaak in ongeveer hetzelfde straatje blijft schrijven. Als hij de ene keer schrijft over een bloedserieuze rechtszaak waar een kinderverkrachter terecht staat, zal zijn volgende boek waarschijnlijk niet gaan over een geinig tripje naar de kermis met een oliebollen etende kameel op sleeptouw.
Een verhaal heeft altijd een thema. Geluk, eenzaamheid, ziekte, liefde… Die thema’s kun je op talloze manieren invullen. De ene keer heb je liefde à la Romeo en Julia, de volgende keer is dat een koppel dat niet met, maar ook niet zonder elkaar kan. Deze verhalen schelen als dag en nacht van elkaar, maar schrijvers spelen op die manier vaak met dezelfde thema’s. Een schrijver kan ook juist over heel verschillende thema’s schrijven, maar dan komt een bepaald soort personage vaak terug. De held van het verhaal is dan bijvoorbeeld steevast een leraar, sterke vrouw of een wijze priester. Hoewel dit natuurlijk niet per se zo hoeft te zijn.
Je bent een schrijver, maar daarnaast ook een gewoon mens met hobby’s en interesses. En dat kan je soms ook terugzien in een schrijversstem. Ben je dol op vliegtuigen? Dan kan het zijn dat je hoofdpersonage in een boek een piloot is. In een ander boek is je hoofdpersoon als kind een keer naar een show van vliegtuigen geweest. Dat is een dierbare herinnering voor hem.
Iets wat je interessant vindt, schrijft stukken makkelijker. Er is niks zo vervelend als eindeloos onderzoek te doen naar iets wat je niet interesseert. Ben dus niet bang om (alleen maar) te schrijven over dingen die je boeiend vindt.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!