Afbeelding

Pixabay
Pixabay
Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie... magie.
Bijna iedereen heeft wel een hobby of onderwerp waar je maar niet over uitgepraat raakt en er veel van weet, gewoon omdat je het zó prachtig vindt. Zo praten lezers misschien eindeloos over de kick van het bemachtigen van een eerste druk van een boek, andere mensen houden maar niet op over modeltreintjes, actiefiguren, porseleinen beeldjes, alles-met-katten-erop of…
Dit artikel gaat over het enthousiasme dat specifiek daarmee gepaard gaat. Dus niet het algemene enthousiasme dat kan gaan over uitkijken naar het dagje dierentuin of de enthousiaste reactie op de wel hele leuke foute kersttrui van je vriend, maar enthousiasme van het ‘ik word nou echt blij van het bladeren door een oud boek en de muffe geur die daarbij hoort.’-soort. Het soort magisch enthousiasme dat mensen die datzelfde enthousiasme delen he-le-maal begrijpen en waarvan andere mensen denken: het is maar net waar je blij van wordt…
Vraag een enthousiasteling eens over zijn interesse en waarom die zo speciaal is. Ongetwijfeld zal je een uitgebreide toelichting krijgen. Kijk niet alleen naar de twinkelende ogen, maar vraag ook vooral de grote zaken of details die je niet kent of waarvan je niet begrijpt dat juist dat het verschil maakt tussen ‘dit is gaaf’ en ‘dit is gewoon magisch!’
Als je een globaal antwoord krijgt, kan dat je blik verruimen of weer iets laten beseffen: Natuurlijk kan tuinieren fantastisch zijn, als je al die moeite die je ziet letterlijk en figuurlijk later tot bloei ziet komen.
Als je een heel specifiek antwoord krijgt: “Als ik het zand onder mijn vingers voel en ik de zwaarte in mijn lijf voel van de fysieke inspanning, besef ik dat ik iets verzet, iets doe wat in verbinding staat met iets groters,” kan je je gaan bedenken waar je dat nog meer ziet. In een andere context, zoals de muzikant die weet dat vele fans van zijn muziek gaan genieten als het muziekstuk eenmaal is gecomponeerd en misschien wel op bruiloften gedraaid gaat worden. Of in het opzicht dat je inziet dat als er geen schoonmakers waren op de treinstations, jouw treinreis dan een stuk minder aangenaam zou verlopen en dat je dus erg blij bent dat er schoonmakers zijn, ook al zullen ze je leven niet meteen veranderen. Een soort ‘alles is verbonden en alles valt op zijn plaats’-gevoel.
Je ziet op dat moment iets groters, magisch, mooiers omdat je er nu ineens oog voor hebt, omdat de enthousiaste tuinman je daar op wees.
Het is goed voor je humeur als je in een bui bent waarin je magie opmerkt, maar het is ook nuttig voor je schrijversvaardigheden. Waar de enthousiaste tuinman helemaal rustig wordt van tuinieren, wordt zijn buurman daar alleen maar chagrijnig van: “Zit je daar aan het eind van de dag met een kromme rug en kramp in je stoel…” Het laat je beseffen dat iedereen hetzelfde heel anders kan beleven. Dat leert je om vanuit verschillende invalshoeken te kijken naar de wereld en daarmee uiteindelijk ook naar de geheel eigen wereld van je personages, die je daardoor extra uniek en realistisch kan schrijven.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!