Afbeelding

Pixabay
Pixabay
Hoe begin je aan een gedicht? Natuurlijk kan je wachten tot de geniale dichtregels je als bij wonder vanzelf te binnen vallen, maar dan schrijf je hooguit een handvol gedichten per jaar. Wacht niet langer op inspiratie en ga aan de slag met deze methoden om je gedicht te kickstarten.
Veel mensen – inclusief dichters – denken dat een gedicht altijd een heel persoonlijke uiting van diepe gevoelens is. Maar dat hoeft helemaal niet. Het hoeft zelfs niet over jezelf te gaan, al zal je er op de een of andere manier (onbewust) altijd iets persoonlijk in leggen, maar dat is niet anders bij romanschrijvers.
Door je te laten inspireren door externe prikkels, kom je los van jezelf en ervaar je de vrijheid om eens over iets helemaal anders te dichten. Laat je bijvoorbeeld inspireren door:
Net zoals bij proza kan je ‘rationeel’ tewerk gaan als je poëzie schrijft. Bereid je voor op het schrijven van een gedicht zoals je je zou voorbereiden op een verhaal. Veel technieken die bij prozaschrijven aan bod komen, kan je net zo goed gebruiken als je poëzie schrijft: bedenk een personage, denk in scènes, show, don’t tell en neem je lezer mee in je verhaal.
Je hoeft niet het volledige verhaal te vertellen. Je zou een gedicht bijna als een hoofdstuk uit een roman kunnen zien. Je stormt als lezer het huis van het personage binnen, maakt even kennis – vaak op een belangrijk moment in diens leven – en voor je het weet, sta je weer op straat, en valt de deur achter je dicht.
Verwerk een (stuk van een) dialoog in je gedicht. Je kan iemand letterlijk citeren, of je kan vertellen wat hij of zij zei. Het hoeft geen volledig afgeronde dialoog te zijn. Een paar zinnen volstaan. Misschien kies je ervoor om je personages geen dialoog in de klassieke betekenis van het woord te laten voeren, maar breng je hen op de een of andere manier met elkaar in ‘gesprek’. Dat kan ook puur in lichaamstaal zijn. Of misschien voeren je personages wel een dialoog in gedachten, zonder dat zij daadwerkelijk ook maar één woord luidop uitspreken.
In een dialoog gaat het vaak om wat er niet gezegd wordt. Mensen zeggen ook heel zelden wat ze écht bedoelen. Dat is iets waar je in proza heerlijk mee kan spelen, maar net zo goed in poëzie – misschien nog wel meer.
Onafgewerkte gedichten. Ze verzamelen zich als wielerfans rond het parcours van De Ronde van Frankrijk. Je vindt geen passend einde of hebt gewoon het onheilspellend gevoel dat het verhaal of gedicht niet goed genoeg is, dat er ‘iets’ ontbreekt. Dat magische vleugje originaliteit dat het onderscheidt van de grijze massa. Een verrassende invalshoek. Die briljante slotregels.
Zoek enkele van die onafgewerkte gedichten bij elkaar. Neem een aantal zinnen uit onafgewerkte gedichten die eigenlijk helemaal niets met elkaar te maken hebben en kijk of je ze kan combineren. Zo ontstaat haast vanzelf een originele invalshoek.
Je kan ook een heleboel van deze zinnen in een tekstbestand verzamelen, dit afprinten en de zinnen uitknippen. Nu kan je op de keukentafel je papiertjes met dichtregels uitspreiden. Je kan naar hartenlust combineren, maar waak er wel over dat de combinatie ook echt ‘werkt’, dat het op de een of andere manier natuurlijk aanvoelt. Hang ze niet met ducttape aan elkaar in MacGyver-stijl. Soms moet je de fragmenten nog (danig) herschrijven vooraleer de puzzelstukjes echt in elkaar passen.
Vertrekken vanuit een thema is een goede manier om aan een gedicht te beginnen. Neem een thema dat voor jou belangrijk is of dat je op een of andere manier bezighoudt. Of neem het thema van een schrijfwedstrijd waaraan je wil meedoen.
Je kan losse woorden of zinnen opschrijven rond dit thema en daarmee je gedicht weven, maar je kan ook werken met een woordenwolk. Schrijf je thema in het midden van een groot blad papier. Schrijf hieromheen woorden of zinnen die je ermee associeert. Ga dan weer verder met die woorden, en kijk wat zij op hun beurt oproepen. Probeer hier zo weinig mogelijk bij na te denken en zo vrij en ongeremd mogelijk associaties op te schrijven.
Zo ontstaat een netwerk van mogelijke beelden, woorden en stukken zin die je kan gebruiken om de eerste versie van je gedicht te schrijven.
Dit zijn allemaal technieken om aan een gedicht te beginnen en een eerste versie te schrijven. Natuurlijk moet je nadien nog flink wat herwerken om je gedicht echt ‘goed’ te maken. Daarover lees je meer in de blog ‘Zo schrijf je poëzie: van losse regels naar gedicht’.
Leen Raats (1984) is schrijver en freelance copywriter. Ze publiceert haar gedichten over de hele wereld. Op haar website vind je nog heel wat schrijftips. Ze gaat ook dieper in op het schrijven en verbeteren van je gedichten in haar e-book ‘Schrijf belachelijk goede gedichten’.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.