Afbeelding

Foto: Pexels
Foto: Pexels
Je wordt vaak doodgegooid met adviezen over hoe je nu het beste kan schrijven. Wel dit, maar niet dat. Je hoofd loopt tijdens het schrijven uiteindelijk alleen maar vol met wat volgens de regels goed en fout is, in plaats dat je met je eigen creativiteit bezig bent. Sommige regels mag je dan ook echt met een korreltje zout nemen. Dit zijn er 5.
Als je iemand bent die zich richt op overwinningen en doorzettingsvermogen, kan dit misschien werken. Maar voor de meeste schrijvers werkt het beter om 4 of 5 dagen per week te schrijven in plaats van elke dag. Zo kan je het verhaal dat je hebt geschreven op de dagen dat je niet schrijft even laten bezinken. Op die manier ontwikkel je sneller nieuwe ideeën en kan je je creativiteitsmeter weer vol laten lopen.
Natuurlijk wil je dat de feiten in jouw verhaal kloppen. Dus schrijven over iets waar je al veel over weet, is dan handig. Maar als je nooit over iets schrijft wat je nog niet weet, limiteer je jezelf erg in je verhaal. Dus stap uit die comfortzone en schrijf over dingen die nog onbekend zijn. Met het snelle internet van tegenwoordig kan je alles goed researchen, waardoor ook het onbekende al snel op feiten gebaseerd kan worden.
Je wil dat de boodschap van je verhaal duidelijk overkomt, vandaar dat dit advies vaak te horen is. Maar je woorden kiezen op de lengte kan een verhaal al snel eentonig maken. Vooral als het gaat om citaten van je personages. Die kunnen door deze tactiek namelijk allemaal hetzelfde gaan klinken.
Met een woordenboek naast je werken is dan weer een ander uiterste. Maar een paar lange woorden in je boek, hoeft dus juist niet slecht te zijn. Vooral niet als de zin daar beter van wordt.
Natuurlijk, als heel veel zinnen met “ik” of “maar” beginnen staat dat niet galant. Maar als je deze twee gaat ontwijken, zal je tekst op sommige stukken er juist onnatuurlijk en stroef uitzien. En let er maar eens op in de boeken die je leest of zelfs in dit artikel. Wij nemen deze regel ook met een korreltje zout.
Ga je dus niet in alle bochten wringen om deze te ontwijken, maar vertrouw een beetje op je eigen taalgevoel.
Vergeet ze juist af en toe even helemaal. Je te krampachtig aan de regels houden, kunnen je soms juist blokkeren. Doordat je in je achterhoofd houdt wat de “juiste manier” is om te schrijven, heb je ook een idee van wat de foute manier is om te schrijven. Dit kan je creativiteit erg in de weg zitten. Onthoud dat ook iedereen zijn eigen schrijfstijl heeft. En als je naar de grote auteurs kijkt, lappen die ook bijna allemaal wel een paar regels aan hun laars.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.