Afbeelding

Cliffhanger schrijven

Foto: Pexels

4 tips voor een adembenemende cliffhanger

De cliffhanger: dat moment waarop een lezer moét weten hoe het verhaal verder gaat. Hoe zorg je ervoor dat de lezer je boek niet meer weglegt? 


1. Denk aan de sfeer van de cliffhanger

Bij ‘cliffhanger’ denk je waarschijnlijk aan een soapserie. Daarin zijn de cliffhangers bijna altijd (overdreven) dramatisch: “Ik ben je echte vader!” De minnaars worden op heterdaad betrapt of er wordt iemand neergeschoten. Vaak zijn deze cliffhangers ook onthullingen of bekentenissen. 

Maar een cliffhanger heeft niet altijd een hysterische sfeer. Een cliffhanger kan ook het gevoel benadrukken dat een personage heeft bij een belangrijk moment: Ze gooide haar afstudeerhoed in de lucht met het gevoel dat ze de hele wereld aankon. Of het kan een dreiging aankondigen: De leider van het reisgezelschap stierf in Samuels armen. In de verte hoorde hij het vijandige leger in zijn richting marcheren.

2. Bedenk het doel van de cliffhanger

Een cliffhanger heeft niet altijd als doel om een onthulling te geven. Hij kan ook:  

  • Het gevoel van een personage benadrukken (zie tip 1).
  • Je personage iets laten realiseren: Rachida voelde in haar lege zak en besefte dat ze haar boardingpass was vergeten. (Daar gaat de vliegvakantie)
  • Een samenvatting van een stuk tekst geven: Nu de familieruzie was opgelost haalde Yassim opgelucht adem en ging hij naar bed. (Wat gebeurt er nu de ruzie is bijgelegd?)
  • De lezer aansporen om net één zin verder te lezen. Heel toevallig - ahum! - staat die ene zin aan het begin van het volgende hoofdstuk. Zo wordt de lezer verleid om ook meteen het volgende hoofdstuk uit te lezen: Hij trad de gesloten deur tegemoet. Hij haalde zijn zwaard uit zijn schede, klaar om zich te verdedigen tegen een van zijn aartsvijanden die hem ongetwijfeld aan de andere kant stond op te wachten. (Maar welke aardsvijand is dat dan? Hoe gaat dat duel verlopen? Lees maar verder)  

3. Bedenk waar je de cliffhanger gebruikt

Een cliffhanger komt niet per se aan het einde van een hoofdstuk. Hij kan ook voorkomen op het einde van een alinea. Denk aan het begrip pageturner. Als je dat vrij letterlijk neemt, dan zal je zien dat een cliffhanger vaak de zin is die je de pagina doet omslaan. Of, in het geval van een alinea met een witregel ertussen, je aanspoort de pagina uit te lezen. Dat kan ook bijna niet anders. Als je elke keer dat er iets pageturner-waardigs gebeurt een nieuw hoofdstuk moest beginnen…

Als je schrijft hoe een kleuter gaat slapen vóór haar eerste schooldag, kun je het moment dat ze in slaap valt als pageturner gebruiken en de volgende alinea beginnen met hoe ze de dag erna begint.  Het opstaan de volgende dag is niet noemenswaardig, dat is de schooldag zelf. Maar de overgang van de ene dag naar de andere is wel een verwachtingsvolle aanloop naar de schooldag zelf. Je hebt alsnog een ‘pageturnereffect’, ook al is de overgang zelf niet belangrijk genoeg om het slot van een hoofdstuk te rechtvaardigen. 

4. Vraag jezelf: komt de cliffhanger zijn belofte na? 

De ene cliffhanger is de andere niet. Maar welke vorm hij ook heeft, om te werken moet hij aan één van de volgende beloften voldoen:

  • Een bestaand interessant plotpunt wordt verder uitgediept.
  • Het plot slaat een andere spannende weg in.
  • Er wordt een veelbelovende climax aangekondigd. 

Daardoor zal een lezer zal blijven lezen. En hoe dramatisch of subtiel ook, dat is uiteindelijk het ultieme doel van een cliffhanger: zorgen dat je lezer blijft lezen totdat het verhaal uit is. 

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.