Afbeelding

3 tips voor goede vriendschappen op papier

Foto: Pexels

3 tips voor goede vriendschappen op papier

In elk verhaal is er altijd wel een vriendschap tussen personages te vinden. Helaas komt het nogal eens voor dat een kameraadschap voor de schrijver heel vanzelfsprekend is, maar de lezer zich afvraagt waarom deze personages elkaar eigenlijk mogen. Hoe zorg je ervoor dat een vriendschap van het papier afspat?


1. Alleen omdat jij het zegt…

Als schrijver bepaal jij het verhaal, je plot, je personages. Eigenlijk alles. Maar dat betekent niet dat alles wat je schrijft meteen klopt. Je moet wat je schrijft laten kloppen. Alleen omdat jij het zegt, maakt het nog niet waar. Bekijk het zo: 
Arjen en Niels zijn de beste vrienden, omdat Arjen ooit tegen Niels heeft gezegd dat hij hem aardig vindt. Iemand aardig vinden is natuurlijk wel een absolute basis voor een vriendschap. Als het daarbij echter ophoudt, dan ben je nog geen vrienden. Het kassameisje van de supermarkt is ook aardig, maar daar ben je geen vrienden mee. Als je wil dat Arjen en Niels vrienden zijn, zorg er dan voor dat ook blijkt dat ze elkaar mogen. Laat ze elkaar vriendschappelijk op de schouders slaan als ze elkaar tegenkomen en geef ze soortgelijke interesses. Zorg dat ze deze dingen ook ondernemen, ze mogen er niet alleen over praten. Kortom: gebruik show, don’t tell.

2. Wanneer ben je vrienden?

Jij en het kassameisje zijn aardig tegen elkaar, maar niet met elkaar bevriend. Waarom niet?

  •  Ze heeft je nog nooit uit de brand geholpen
  • Je hebt haar nog niet met iets leuks verrast
  • Je hebt niet haar huishouden overgenomen toen haar moeder doodziek was
  • Zij kent jouw ambities en grootste angsten niet
  • Je bent niet bij de doop van haar kind geweest

Dit zijn voorbeelden om duidelijk te maken dat je als vrienden dingen van elkaar moet weten en samen moet doen die meer dan oppervlakkig zijn. Deze lijst kun je naar eigen inzicht invullen.
Een goed uitgewerkte vriendschap in een verhaal is er een waarvan de lezer weet wat de vrienden hebben meegemaakt of meemaken. Wat dat is kan per verhaal schelen, maar je moet wel meerdere van eerdergenoemde punten in je verhaal naar voren laten komen.

3. Laat de vriendschap zich bewijzen door herhaling

Zodra je weet wat de ‘vriendschapsfactoren’ zijn voor je personages, moet je die vaker laten terugkomen. Doe je dit slechts een enkele keer, dan zijn de personages eerder aardig of sociaal dan meteen vrienden.
Als de vriendschap wordt bepaald door filmmarathons, vindt zo’n marathon eens in de twee weken plaats. Schrijf dan over de avondjes zelf, en laat merken hoe belangrijk die zijn voor je personages. Opnieuw: gebruik show, don’t tell. Laat zien hoe inside jokes terugkomen op zo’n avondje en schrijf over die geheime vriendenhanddruk.
Hartsvriendinnen staan altijd voor elkaar klaar. Jouw hartsvriendin heeft dus niet alleen op de kinderen gepast toen er een onverwachte spoedvergadering werd ingepland. Ze heeft ook boodschappen gedaan toen jij nog vrijgezel en hondsberoerd was en is je komen halen toen je vijftig kilometer verderop in een storm met autopech langs de weg stond.
Pas op: je personages zijn geen vrienden omdat het handig is voor het plot. Een vriend is er dus niet omdat de protagonist geholpen moet worden of behoefte heeft aan sociaal contact. Dan schrijf je een cliché: de eendimensionale vriend die in het verhaal is om de hoofdpersoon te helpen, maar geen andere waarde voor het verhaal heeft.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.

Techniek