Zo schrijf je een goed horrorverhaal

Halloween komt eraan, en dat betekent een hoop enge films, bloedstollende verhalen en griezelige kostuums. De horrorsfeer van Halloween is niet voor iedereen weg gelegd, maar sommigen zullen maar al te graag met gedempte lichten een enge film kijken of een horrorboek lezen. Denk je liever zelf aan het schrijven van een horrorboek? Dan zijn hier vijf tips van bekende horrorschrijvers over hoe je een horrorverhaal schrijft.

---

1. Gebruik de drie soorten schrik

Terror

Volgens Stephen King zijn er maar drie soorten terror (terreur of schrik), die een lezer bang kunnen maken. Ten eerste heb je de ‘vieze’ soort. Dit spreekt eigenlijk voor zich. Een man wordt onthoofd en uit zijn nek spuit een bloedfontein, of een smerige, inktzwarte substantie glijdt van de muur in een spookachtig oud huis. Het is hier de bedoeling om de lezer een misselijkmakend gevoel te geven. Een lezer moet ervan walgen, wat voor afkeer en angst zorgt.

Horror

Ten tweede is er de ‘horror’ soort. Hierbij wordt angst gecreëerd door enge wezens of supernatuurlijke situaties. Denk bijvoorbeeld aan zombies die uit hun graf kruipen, of aan gigantische spinnen en monsters onder het bed.

Terreur

Tot slot heb je de ‘terreur’. Terreur in deze zin is een plotselinge en bloedstollende vrees die je kan overkomen. Dit kan een schrijver bereiken door te schrijven over een geest die opeens vlak achter een personage verschijnt, of over lichten die plots uitgaan, waarna een angstschreeuw te horen is. Kortom, terreur is het laten schrikken van de lezer door onverwachte en spannende gebeurtenissen.

Volgens King is het handig om ten minste één van de drie soorten schrik in een verhaal te verwerken, want dat maakt een boek eng.

2. Gebruik je eigen angsten

Horrorschrijfster Shirley Jackson maakte in haar werk gebruik van haar eigen angsten. Over haar manier van schrijven zei ze: 'Ik hou ervan om mijn angst te gebruiken en situaties waarin ik bang was te versterken in mijn werk.’ Een logische redenering, en een goede tip voor beginnend horrorschrijver. Een boek wordt beter als je er zelf immers ook de kriebels van krijgt.

3. Kruip in het hoofd van de personage

R.L. Stine, wel bekend staat als ‘de Stephen King van kinderboeken’, kijkt tijdens het schrijven van boekenreeksen als Kippenvel duidelijk door de ogen van zijn eigen personages. Over deze schrijfmethode zegt hij: ‘Als je echt een nauw perspectief wil creëren, moet je in het hoofd van de verteller kruipen. Alles dat gebeurt, inclusief geluiden en geuren, moet je voelen.’ Volgens Stine wordt een boek pas echt eng als de lezer zich met het personage kan identificeren.

4. Houd emoties ‘echt’

Helen Oyeyemi mengt in haar verhalen vaak realisme met horror. Het een sluit het ander namelijk niet uit. Je kan nog steeds schrijven over spoken, demonen of magische werelden, zolang de emoties van je personages maar echt zijn. Haar tip is dan ook: ‘Stel realistische emoties boven de wetten van de natuur en de wetenschap. Alles kan!’ Wat hiermee bedoeld wordt is dat je een personage het best zo realistisch mogelijk op bovennatuurlijke gebeurtenissen kunt laten reageren.

5. Controleverlies is eng

Volgens Brits auteur en regisseur Clive Barker komt horror door het besef dat je een situatie niet in de hand hebt. Of het nu een monsterkrokodil is die je het koude en donkere water in sleurt, of een moordenaar die je in een donkere kelder vasthoudt, je hebt er geen controle over. Barker meent dan ook dat goede horrorschrijvers voor het gevoel gaan dat het leven maar een kleine stap verwijderd is van chaos. ‘Horrorfictie brengt taboes zoals dood en moord aan het licht en laat ons zien dat dat kleine beetje controle dat we denken te hebben slechts een illusie is.’ Maar wat kun je hier als auteur mee? Je kunt bijvoorbeeld situaties beschrijven waarin een personage zo hulpeloos gevangen is, dat het de lezer doet beseffen dat dit iedereen kan gebeuren.