Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Grote schrijvers als Flaubert konden dagen zoeken naar de meest treffende formulering. Overbodige of nietszeggende bijvoeglijke naamwoorden werden geschrapt, tot er precies stond wat er moest staan. Redacteur Peter de Rijk legt uit hoe de juiste woorden kiest.
Veel beginnende schrijvers schrijven te veel. Maar wat is te veel en hoe voorkom je dat? Goethe bedoelde met zijn beroemd geworden zinssnede ‘in de beperking toont zich pas de meester’ dat de schrijver zichzelf bewust een beperking oplegt. Door je te beperken kom je tot de essentie, het wezenlijke.
Waar ga je op letten om te voorkomen dat je pagina’s met ‘gebabbel’ vult? Laten we eens beginnen met onnodige bijvoeglijke naamwoorden. Als iets storend is, zijn het deze toevoegingen aan zelfstandige naamwoorden die totaal overbodig zijn.
Wat je allereerst in de gaten moet houden is de hoeveelheid. Check in jouw manuscript eens hoe vaak je bijvoeglijke naamwoorden gebruikt en vooral welke er nu werkelijk toe doen. Zijn het eigenlijk nietszeggende woorden als groene, houten, grote dan kun je gaan schrappen, of beter nog kijken of je door een goed gekozen zelfstandig naamwoord de bijvoeglijke naamwoorden totaal overbodig kunt maken. Stel het gaat over een imposante kerel, en je beschreef hem als een zware grote man, liggen de omschrijvingen gigant, reus, geweldenaar of een boom van een kerel dan niet meer voor de hand?
Dit artikel is verschenen in Schrijven Magazine, editie 5 van 2021.
Het volgende nummer niet missen? Neem dan een abonnement en je ontvangt Schrijven Magazine thuis!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!