UKV's van de week in de schijnwerpers

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.

Carnaval - Ilona Bloeme

3 maart

Wat zou je van me vinden als ik me anders voor zou doen dan ik daadwerkelijk ben? Zou je harder om mijn grappen lachen? Zou je zeggen dat ik zo veel leuker ben? Zou je vaker bij me willen zijn? Achter het kleurrijke clownsmasker zou ik steeds grijzer worden. Zie je niet dat ik steeds kleiner wordt? Zelfs de roze prinsessenjurk vol glitters zit te strak. Zie je niet dat ik er bijna uitpuil? Het is carnaval. Ik zet mijn masker af. Geen incognito meer. Geen vermomming. Geen bedrog. Ik ga gekleed als mezelf. Die outfit past met perfect.

In de hand - Elka Le Mair

7 maart

‘Begrijp ik goed’, zegt de vrouw, ‘dat ik een dwangstoornis heb?’ De psychotherapeut knikt. ‘Het verklaart een boel. De úren die u kwijt bent aan alles wat u moest en zou, de voortdurende onrust, het checken van álles, het niets los kunnen laten. Jammer dat u het zo lang heeft volgehouden. Zo kon het een enorme knoop worden.’ Na een stilte herpakt de vrouw zich: ‘Het klinkt misschien raar, maar ik ben opgelucht dat het geduid kan worden. Dat het een naam heeft. Hoe zal ik het zeggen? Door het te wéten, krijg je er controle op.’

Basta - Mechtilde Meijer

6 maart

Hij walgt van ze, de hypocrieten die denken dat ze met hem kunnen pronken. Pa staat bij de klimaatkast te wapperen met zijn kennis naar de jonge sommelier en zij is voor de zoveelste keer haar neus aan het ‘poederen’. 
Het is mooi geweest. Vliegensvlug haalt hij het slanke flesje uit zijn binnenzak. Boven haar glas glipt het pipet bijna uit zijn handen maar hij herstelt snel. Een klein drupje nog in zijn eigen glas, voor het goede doel.
“U heeft heel veel geluk gehad, collega” zegt de arts op de eerst hulp. Hij knikt en vloekt binnensmonds als hij achter zich de rochelende stem van zijn vader hoort.

KOPSTOOT - Theo Stepper

5 maart

De lampenkappen boven de bar hebben franjes van ongelijke lengte. Verder zijn ze identiek. Het zijn eigenlijk net mensen. Iedereen is gelijk, maar de een is niet de ander. 
Het is druk in het café. Obers lopen bedrijvig bestellingen. Er is geroezemoes. Dat bevalt me. Ik ben te lang alleen. Moest er nodig even uit. 
Ik verover een plekje aan de lange toog. Kwestie van een vriendelijk woord, een knikje, een knipoog. Links van mij hoor ik sterke verhalen, rechts van mij wordt zwijgend gedronken.  
Met een kopstoot voeg ik mij bij de zwijgers. Ik ben netjes opgevoed.

Vliegen zonder vleugels - Kwan Aben-Lee

6 maart

Als iemand ernaar vroeg, zei ik dat we het niet aan zagen komen. Alles was goed tot het niet meer goed was. 
Alleen Joep vertelde ik dat het de zesde poging was. ‘Van proberen kun je leren,’ zei ik, ‘Kijk maar naar mijn vader. Hij had ook niet gedacht dat het zou lukken.’

‘Waarom denk je dat?’ vroeg Joep.
‘Omdat hij anders afscheid had genomen.’
Joep knikte. Hij balde zijn vuisten en ontspande ze weer. 
Even twijfelde ik of ik hem genoeg moed had ingesproken. 
Toen zette hij zijn voeten op de rand, spreidde zijn armen en sprong.