Afbeelding

open boeken

Pixabay

UKV's van de week in de schijnwerpers

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid. 

Verschijning – Robert Beernink

31 oktober

‘Het is de ideale tijd van het jaar. Op de zuiverende stormwind kunnen de geesten eindelijk ontsnappen aan hun onzichtbare cellen en op strooptocht gaan naar willige ontvangers waarvoor ze zich ongegeneerd naakt openbaren.’

‘Dat klinkt nogal sinister. Wat bedoel je precies?’

‘De lange messcherpe slagschaduwen die, dieper prikkend dan de ogen, via door lagedrukgebieden verwijde gangenstelsels tot in het merg van openstaande zielen infiltreren. Daar ontlasten ze zich van bladen en vruchten en laten hun gedachtegoed achter om langzaam verder uitgebroed te worden en nooit meer los te laten!’

‘Je bedoelt Halloween!’

‘Welnee, ik heb het over boeken!’

Leuk – Hélène Willems

31 oktober

Een groep jongens en een groep meisjes. Beiden zijn duidelijk met elkaar aan het flirten. Opeens komt er een jongeman op mij af en vraagt naar mijn nationaliteit.

‘Nederlands,’ antwoord ik.

‘Hoe zeg ik in het Nederlands dat ik haar leuk vind?’ vraagt hij.

‘Ik houd niet van boerenkool,’ zeg ik grinnikend.

In zwaar gebroken Nederlands horen we de jongen de zin herhalen voor het gelukkige meisje. Even vraagt het meisje aan mijn man de betekenis.

‘Dat hij jou heel leuk vindt.’

‘Hoe zeg ik dan dat ik hem ook leuk vind?’

‘Spruitjes vind ik ook niet te pruimen,’ 

Efficiënt schrijven – Mandy de Ronde-Willems

30 oktober

In mijn document staat één zin: "Ik word nog liever verteerd door een zwerm gespikkelde aarsvliegen." Grinnikend lees ik de zin opnieuw. Wat bekt het lekker! Bestaat dat eigenlijk? Volgens Google zijn er aasvliegen, maar geen aarsvliegen. Zonde! Zou ik het wel kunnen gebruiken in mijn boek? Hoe ziet een aasvlieg eruit? Hoeveel soorten vliegen zijn er eigenlijk in Nederland?

Een uur later klap ik mijn laptop dicht.
"Heb je goed kunnen schrijven, schatje?"
"Natuurlijk. Ik zit niet achter m'n laptop om vliegen te vangen."
Je kunt beter tien woorden doordacht op papier zetten, dan 99 loze woorden, toch?

Handen – Willem Olierook

31 oktober

 (Opgedragen aan Cora van B.)

Als ik er vuisten van maak, valt het nog wel mee (maar ik ben niet zo’n vechtersbaas).

Beroeren mijn vingers echter de toetsen, dan verraadt rimpelig vel mijn leeftijd.

Blauwzwarte aders meanderen over pezen als strakke koorden.

Plekjes zonneschade (ont)sieren de huid, die schraal wordt als schuurpapier.

Mijn trouwring hangt tegen een wratje, hetgeen een vrije val voorkomt.

Nagels die bij de minste of geringste tegenstand splijten of breken.

Maar… als ik ze omdraai bezie ik het verfijnde lijnenspel, rechts de lichte eeltkussentjes, gekweekt door urenlang tennisracketgewrijf. Roomblank als van 18de-eeuwse adellijke jongedames.

Mijn handen ten voeten uit. Baas

Zonder titel – Daan Bos

29 oktober

We komen elkaar opnieuw tegen. Acuut fladderen er wilde vlinders in mijn buik. Net als toen. 
Herinneringen over wie bij wie afkeek worden giechelend opgehaald. De kreet 'losgeslagen kinderen' wordt opgediept. We lachen erom. Als vuurvliegjes in het sprookjesbos lichten onze jointjes op. Net als toen. 
Gierend rollen we over de grond. De slappe lach-buikpijn over juf Jansen en meester Smidt verwarmt. Net als toen. 
Nieuwe afspraakjes worden gemaakt, stiekem, achter in het fietsenkelder. Net als toen. 
We laten elkaar fotos van de kinderen zien. De gezichtjes zijn net als toen.

Foto: Pixabay