Tien wijsheden van Nederlandse en Vlaamse dichters.

Schrijven Online geeft je 10 wijsheden van Nederlandse en Vlaamse dichtersHet schrijven van poëzie is niet altijd even makkelijk. Schrijven Online geeft je 10 (on)wijsheden van Nederlandse en Vlaamse dichters die je een eindje op weg helpen.

1. Toon Tellegen

Omschrijf het gevoel dat iets bij jou oproept.

‘Daarna schreef ik een gedicht bij de eerste 45-toerenplaat die ik had: 'Take the A train' van Dave Brubeck. Daar kwam een bepaalde noot in voor, waarbij ik altijd het gevoel had dat op dat moment die trein door mij heen reed. Ik schreef dat ook zo op. 'De trein rijdt door mij heen’.’

Bron: De Toon Tellegenkrant, 1998, Querido

2. Maud Vanhauwaert

Soms moet je jezelf dwingen om op poëzie te wachten.

‘Ik moet me soms echt dwingen om aan een tafel te gaan zitten. Ik wacht dan tot er iets komt.’

Bron: Knack

3. Jules Deelder

Doe niet wat je opgelegd wordt, maar ga vooral je eigen weg.

Je hebt af en toe mensen nodig die je laten inzien hoe het leven werkelijk in elkaar zit. Wat nou de gaande paden volgen? As je zin hebt om rechtsaf te gaan, dan ga je lekker rechtsaf.’

Bron: Hogeschool Rotterdam

4. Ramsey Nasr

Je mag best verschillende stijlen gebruiken in je werk.

‘Mijn taal is soms banaal, soms verheven, nu eens spreekt de onderbuik, dan weer probeer ik met een visie op de samenleving te komen. Verschillende stijlen hanteren wil niet zeggen dat je minder authentiek bent. Mijn werk wordt steeds meer Ramsey.’

Bron: Vrij Nederland

5. Anne Vegter

Zorg dat je binnen je gedicht zoekt naar de helderheid van beeld.

 ‘Je moet zoeken naar helderheid van beeld, bij poëzie [doe je dat] met vergelijkingen.’

Bron: De Leesfabriek

6. Luuk Gruwez

Iedere dichter stelt zichzelf onbereikbare doelen.

‘Elke dichter is een soort Sisiphus. Zonder iets als diens lotsbestemming die inhoudt dat hij steeds opnieuw dat verdomde rotsblok naar de bergtop moet zien te torsen, zou geen enkel dichterlijk oeuvre uit meer dan één gedicht bestaan.’

Bron: De Contrabas

7. Tjitske Jansen

Als bron van inspiratie kun je jouw vroegste herinneringen gebruiken.

Neem het gedicht 'Een draak verslaan'. Het is gebaseerd op haar herinneringen aan De gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren. Ze schreef het in de week dat Lindgren overleed en combineerde het verhaal over het verlangen naar een vriendschap die zo sterk is dat je er een draak mee zou kunnen verslaan met een krantenbericht waarin 'drakenjagen' als een andere naam voor heroïneverslaving werd genoemd.

Bron:
Epibreren

8. Els Moors

Het schrijven van een gedicht en een boek is praktisch hetzelfde.

‘Maar het schrijven van een gedicht en een roman is hetzelfde. Even intens. Het is even precies zoeken naar woorden. In beide genres is het lang zoeken naar een begin. Een eerste zin, een cadans, een beeld. Pas als ik het moment te pakken heb, kan ik aan de slag.'

Bron: Maarten Dessing

9. Ingmar Heytze

Grow up in public, oftewel: zoek de openbaarheid op.

‘Ik ben, met andere woorden, altijd uitgegaan van het principe van ‘Growing up in public’, en ik ben nog altijd dol op jonge dichters die die mentaliteit hebben: eerst maar eens een hoop schrijven en met een hoop branie optreden, dan merk je daarna wel of het iets voorstelt of niet, wie dat dan ook bepaalt.’

Bron: Maria Foerier

10. Geert Buelens

Zorg dat jouw poëzie niet te autonoom wordt.

‘Wat ik tracht te zeggen in het boek is dat onze visie op poëzie de afgelopen decennia erg is versmald. Concreet: versmald tot een 'autonoom' domein waaruit bijvoorbeeld politiek veelal is verdwenen. Ik wil dat begrip graag weer wat opentrekken, waardoor dat politieke (maar ook het populaire, zoals in popmuziek) weer binnen kan.’

Bron: De Contrabas

Techniek

Dossier