Afbeelding

Ongemerkt sluipen er in veel van onze teksten fouten die we ondanks aandachtig redigeren over het hoofd zien. In samenwerking met het Groot retorisch woordenboek komt er wekelijks een stijlfiguur aan bod. Deze keer: Innerlijke monoloog.
Een techniek die door vele schrijvers wordt gebruikt. De innerlijke monoloog wordt gevoerd tussen de lezer en de gedachten van de hoofdpersonage. Alleen zijn gedachten worden verteld, hiermee kunnen we goed het karakter van het personage weergeven.
Monologue interieur, interior monologue. Narratieve figuur waarbij het innerlijk (gedachten, overwegingen, gevoelens, herinneringen, dagdromen, verlangens) van een personage wordt weergegeven in de directe rede (eerste persoon, onvoltooid tegenwoordige tijd). Deze ‘bewustzijnsstroom’ (stream of consciousness) kenmerkt zich door elliptische zinsbouw en associatieve beelden. De techniek kwam het eerst voor bij G. Buchner (1839) en E. Dujardin (1887) en is door Joyce, Woolf, Doblin en Faulkner verder ontwikkeld.
De eerste zin is de belangrijkste van je verhaal. Lees de tips + opdrachten in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Niet veel romans gebruiken de jij-persoon, waarom zou je dat doen? Je leest het in het komende nummer!
In het komende nummer duiken we in de wereld van de historische roman!
Over het vinden van inspiratie, het ontwikkelen van je eigen schrijversstem, en over de ziel van het personage.
Hoe kreeg Geus dit voor elkaar? Ze vertelt het in het komende nummer & geeft tips voor het schrijven van een serie.